REISVERSLAG 2007

 

REISVERSLAG CITÉ DES JEUNES 2007

 

Zondag 27 mei 2007

Prima reis! Ook de overstap in Kinshasa verloopt zonder al te veel vertraging.

De aankomst in Lubumbashi verloopt door de inzet van de pater vlekkeloos. We hebben geen douane gezien en zijn door zijdeurtjes en de VIP lounge het land binnengekomen. We ontmoeten pater Eric, pater Manu en Raymond de Block en staan vervolgens anderhalf uur op onze koffers te wachten. Daar gaat onze winst! Uiteindelijk hebben we het grootste deel van onze koffers, één koffer is er nog niet. Die komt morgen wel.

We vertrekken vanaf de luchthaven in twee jeeps en naar we later merken is ook onze bagage verdeeld. We logeren op Cité des Jeunes en als we daar aankomen blijken twee van onze koffers in de andere jeep te staan. Zeer licht bepakt betreden we de slaapkamer. We slapen met z’n drieën op een slaapkamer (eigen keuze) en we krijgen juist nog de kans om een keer de kamer rond te kijken en dan valt de elektriciteit uit. Het is dus tijd om naar bed te gaan.

 


Maandag 28 mei 2007

‘s Morgens ontbijt op Cité des Jeunes en daarna een tour over het terrein. We lopen eerst door de tuinen en we doen net of we daar ook verstand van hebben. Broeder Michel is hier lang verantwoordelijk voor geweest. Hij is in 2006 overleden. Het doet goed om te zien dat alles er nog prima uitziet. Er wordt volop geproduceerd en 'den hof' ligt er zeer verzorgd bij.

Daarna bezoeken we de Luxemburger broeder Emille Kass. Hij heeft op zijn 80 jarige leeftijd nog de leiding over de opleiding meubelmaken. Het begint met eenvoudige opdrachten en uiteindelijk resulteert dit na 4 jaar opleiden in mooie degelijke meubelstukken.

Tussen de middag een snelle warme hap als lunch. De paters lunchen om 12.30 uur en de lessen beginnen weer om 13.10 uur. Veel tijd om rustig te eten is er dus niet.

Na de lunch brengen we eerst een bezoekje aan de vijvers. In deze met de hand gegraven vijvers kweken ze tilapia die dient als voedsel voor de leerlingen. Ze zijn juist aan het vissen en naar later blijkt vangen ze ook nog een meerval van zo’n 11 kg. Pater Pol de Meulenaere is met zijn leerlingen ook bezig om de terreinen rondom deze vijvers te onderhouden. Alle leerlingen dragen bij aan het onderhoud van de tuinen en terreinen.

Daarna gaan we naar Magone en bezoeken we o.a. de schoenmakerij. Een warm weerzien met die jongens die we in de loop der jaren wat beter hebben leren kennen. We zijn net te laat om de rest van de ateliers nog te bekijken en brengen vervolgens een bezoekje aan pater Manu. de directeur van Magone, die geblesseerd in zijn bureau zit. Tijdens een potje voetbal heeft hij een spierscheuring opgelopen en daar is hij nu zoet mee. Voor we terugkeren naar onze kamer op Cité des Jeunes gaan we nog naar de Cordonnerie du Peuple alwaar de oud-leerlingen in een collectief werken en samen de kost verdienen. Met een 'fris flesje' proosten we op het weerzien en op hun toekomst. Wij moeten al weer gaan maar we komen zeker terug.

De eerste dag hier zit erop. Voor mij een prettig weerzien maar voor Bas en Martijn een eerste kennismaking met het land Congo, de mensen die er wonen en een gedeelte van de werken van de paters van Don Bosco.

Dinsdag 29 mei 2007

Onder normale omstandigheden zijn het de kinderen die de zorg dragen voor hun ouders die op leeftijd zijn. Als je door omstandigheden geen kinderen (meer) hebt kan het zo zijn dat er niemand is die voor je zorgt. Vandaag hebben we in opdracht in de wijk Kamalondo een 'bejaardentehuis' bezocht. Dit tehuis bestaat bij gratie van giften. 

Cité des Jeunes steunt hier elke week met groenten en elke maand met zakken meel en rijst. De familie van Asperdt heeft gedurende hun verblijf hier in Congo altijd extra zorg gehad voor deze oudjes en die betrokkenheid is gebleven.

Van de familie van Asperdt hebben we een bedrag meegekregen met als opdracht dit te besteden aan de oudjes van Kamalondo. We moesten iets extra’s voor ze doen. In overleg met de paters hebben we besloten om voor alle oudjes een 'panje' (een stuk stof met typisch Afrikaanse print) te kopen en daar kleding van te laten maken. Ze wonen daar met 16 personen, 11 vrouwen en 5 mannen. Met behulp van Madame Yvette zijn we naar de stad geweest om die zogenaamde panjes te kopen. De keuze voor kleur en dessin laten we graag over aan Yvette. Voor de dames wordt het een panje met daarop een afbeelding van Maria en voor de heren met de afbeelding van Onze Lieve Heer. Yvette was duidelijk in haar keuze en wij vertrouwen erop dat dit de juiste is. De schoonzoon van Yvette is kleermaker en hij krijgt de opdracht de maten van de oudjes te nemen en de kleding te maken. Het duurt een week voor de opdracht af is en dan kunnen we nog eens kijken of er mogelijk nog budget over is voor een paar slippers en een stukje zeep.

Al met al weer een dag met veel indrukken. We gebruiken bewust de eerste dagen om ons goed te oriënteren. Met name Martijn en Bas moeten proberen zich een totaal beeld te vormen van alle werken. Pas als dit beeld compleet is, kunnen we gaan overleggen welke zaken we op wat voor manier in beeld gaan brengen. Belangrijk hiervoor is ook overleg met de paters die aan moeten geven wat voor hen belangrijk is.

 


Woensdag 30 mei 2007

Vandaag hebben we pater Eric bezocht in Bakanja Ville. Dit is een vluchthuis in de stad. Hier ligt de oorsprong van het werk. Martijn en Bas hebben nu met eigen ogen kunnen zien hoe kinderen vanaf 6 jaar moeten overleven. In dit huis zijn ze overdag en ’s avonds welkom. Dit huis dient enkel als vluchthuis. Ze zijn hier veilig, kunnen zich hier wassen, maken zelf hun meegebracht eten klaar en ’s nachts mogen ze er slapen. Voor de paters is dit een eerste inventarisatie van deze kinderen. Het herenigen met de familie heeft nog steeds de eerste prioriteit. Voor een uitgebreide omschrijving van dit werk wil ik u graag verwijzen naar eerdere reisverslagen op www.schoenmakerijvoorcongo.nl.

Samen met pater Eric lopen we over het binnenterrein. Enkele jaren geleden is het huis ernaast aangekocht. Beide terreinen zijn nu samengevoegd en veel is opgeknapt. Op het terrein zijn een aantal plaquettes aangebracht met daarop de sponsoren die aan dit project hebben bijgedragen, zo ook de Protestants - Christelijke Basisschool Marnix van Sint Aldegonde uit Hapert. Hier zijn we best trots op. Op het terrein is ook een kleine kapel gebouwd. Pater Eric neemt ons daar mee naar binnen en laat ons een boekje zien met daarin de foto’s en namen van kinderen van de straat die overleden zijn. Doodsoorzaken als hersenvliesontsteking, leukemie maar ook veel ongelukken als gevolg van drugsgebruik. Al deze kinderen waren onder de 15 jaar!

Natuurlijk bekijken we ook wat er bij de kinderen zoal op het menu staat. Dat is afhankelijk van hetgeen ze op straat hebben kunnen vinden. Zo eet een groepje groenten met rijst en heeft een ander groepje (een) hond in de pot en dit is niet spreekwoordelijk!

Tijdens ons verder overleg met pater Eric gaat het uiteindelijk over datgene waarvoor we nu gekomen zijn. Het filmen van de diverse werken. Pater Eric geeft aan wat voor hen belangrijk is en wat mogelijk is. Het filmen op straat is absoluut ondenkbaar. Het filmen binnen de projecten is geen probleem. We maken aantekeningen en proberen ons te visualiseren hoe en op welke tijdstippen we dat in beeld gaan brengen. Bas en Martijn hebben alle projecten goed in beeld en samen werken we aan een script dat we uiteindelijk ten uitvoer zullen brengen.

Donderdag 31 mei 2007

Toen we vertrokken, wisten we niet of we zouden vliegen met Hewa Bora. Er was sprake van dat het enige toestel van Hewa Bora dat op Europa mocht vliegen, afgekeurd zou zijn. Juist voor ons vertrek kregen we te horen dat we niet op zaterdag terugvliegen maar met de nachtvlucht van dinsdag op woensdag. Vandaag zijn we er achter gekomen wat er precies aan de hand is.

Inderdaad is dat toestel van Hewa Bora afgekeurd. Ze hebben een nieuw (tweedehands) toestel gekocht en hebben dat in Zuid Afrika laten onderhouden. Toen het toestel vertrok vanuit Zuid Afrika richting Congo meldde de verkeerstoren aan de piloot dat er 'iets geels' aan het toestel hing. Het was een glijbaan die bij noodgevallen gebruikt wordt. Het toestel is daarop op lage hoogte naar een volgend vliegveld gevlogen en daar bleek dat die extra 'vlag' het toestel beschadigd had. Dus vooralsnog heeft Hewa Bora nog geen toestel dat op Europa mag vliegen en vliegen wij dus retour met Brussel Airlines.

Vandaag zijn we begonnen met filmen op Cité des Jeunes en hebben opnamen gemaakt bij de opleiding voor meubelmaken en lassen. Bas heeft een duidelijk doel voor ogen. We hebben de opnamen al bekeken en ze zijn haarscherp. Op zich ging dit allemaal vlot maar moeilijker zal het straks worden op de projecten waar we te maken krijgen met de 'echte' straatkinderen.

Ik wil mezelf m.b.t. het snurken niet vrijpleiten. Thuis slaap ik bijna altijd op mijn rug en ook Annie aanvaardt hiervan lijdzaam de consequenties. Hier slaap ik op een plank met daarop een matras dat dateert van ver voor de onafhankelijkheid en slaap ik op mijn zij dit tot genoegen van Martijn waarmee ik het bed deel. Bas ligt apart in een hoek van de kamer in een eenpersoonsbed. We gaan zo meteen slapen. Bas heeft daar al een voorzet mee gemaakt. Het geluid dat hij produceert doet ons denken aan de kap van een tropisch regenwoud in Brazilië en dit is niet de eerste keer. Eerder zijn we er ‘s nachts ook al eens uit geweest om die motorzaag stil te leggen. 
Alvorens wij gaan slapen overleggen Martijn en ik hoe we dit snurkprobleem gaan aanpakken. We besluiten onze pakketjes met papieren zakdoekjes te delen en op het nachtkastje te leggen. Mogelijk kunnen met deze projectielen de kap van het regenwoud aan de andere kant van de kamer stoppen. Welterusten.

 


Vrijdag 1 juni 2007

We zitten nog aan ons ontbijt als pater Etienne ons komt roepen. Het 'stinkvrouwtje' is er en die moeten we ontmoeten. Niemand hier kent haar echte naam. Riek en Roos van Asperdt zijn al ruim 20 jaar geleden uit Cité des Jeunes vertrokken en zij hadden toen al altijd iets extra’s voor het 'stinkvrouwtje'. Zij is gehandicapt maar sleept zich nog elke week naar Cité des Jeunes voor wat extra eten.

Ik zat naast haar en had niet veel tijd nodig om te ontdekken hoe ze aan die bijnaam gekomen is.

Elke vrijdag komen op 'la Providence' nabij Cité des Jeunes oudjes bijeen. Deze oudjes wonen weliswaar zelfstandig maar leven onder een bestaansminimum. Zoals pater Etienne zegt, de armsten der armen. Op die dag wordt daar voor hen een maaltijd klaargemaakt. Eigenlijk heeft dit werk niks te maken met straatkinderen maar dit project wordt wel door Cité des Jeunes ondersteund met eten. Vandaag kregen de oudjes een bolletje boukari (maismeel) en een paar scheppen gekookte erwten.

Namiddag hebben we een project bezocht met gehandicapten. Ook dit is geen project van de paters van Don Bosco maar dit werk wordt wel door hen ondersteund. Ook hier zijn opnamen gemaakt. Uiteindelijk zullen beide werken in beeld gebracht worden om te laten zien wat de werken van don Bosco hier inhouden.

 


Zaterdag 2 juni 2007

Vandaag heeft Emile Kass (meubelmaken) beloofd ons naar de Ruashi te brengen. Er zijn weinig nog goed werkende auto’s en we mogen met Emile mee in een zogenaamde camionette. Dat is een tweepersoons jeep met achterop een soort varkenskot. Twee zitplaatsen voorin dus en drie keer raden wie er achterin mogen. Bas overstijgt ons wat leeftijd betreft en wij hebben van huis uit geleerd ouderdom te respecteren. En zo geschiedde. Emile is al ruim 80 jaar maar van harte erg jong. Zachtjes rijdt hij achteruit de garage uit, neemt vervolgens de bocht te krap en schampt met de wagen een hoek van de garage. Eenmaal los van alle obstakels scheurt hij als een jonge snotneus over de slechte wegen en door de stad. Hij heeft er veel plezier in dat wij achterin alle zeilen bij moeten zetten om overeind te blijven. De Ruashi is een wijk van de stad waar met name de malachietbewerkers wonen. Malachiet is een gesteente die voornamelijk bestaat uit koperoxide. Van deze steen maken ze hier kettingen, kleine beeldjes en van allerlei andere dingen. Pater Johan van der Bussche leidt ons rond door een stukje van deze wijk en laat ons zien wat hij hier in de loop van de jaren allemaal gebouwd heeft. We komen langs een kerk waar juist een huwelijksmis aan de gang is. De gezangen zijn formidabel en we kunnen het niet nalaten in de deuropening mee te genieten. Voor we het weten staat Emile weer klaar en worden we weer opgehokt op weg terug naar Cité des Jeunes.

Zondag 3 juni 2007

Vanmorgen zitten we al om 7.30 uur in de aula van Cité des Jeunes alwaar de kerkdienst gehouden wordt. Deze diensten zijn een genot om mee te maken. De zwarten doen alles vanuit het hart en met gevoel en dat kun je gedurende de gehele dienst merken. Daarna op weg naar Bakanja Centre. Daar volgen we het laatste deel van de mis voor de straatkinderen in het Swahili. Elke zondag mogen de straatkinderen van de stad naar dit centrum komen voor een stukje zeep, een douche en een warme maaltijd. Vandaag zijn er maar zo’n 100 tot 125 kinderen. Veel minder dan normaal. De paters merken ook dat de aantallen teruglopen. Door het heropenen van de mijnen is er meer werk in en om de stad en dat is ook duidelijk te merken. Wat met name opvalt, zijn het aantal taxibusjes. Bijna al deze busjes zijn geïmporteerd en hebben het stuur aan de rechterkant zitten. De passagiers moeten dan aan de straatzijde in en uit stappen en dat levert gevaarlijke momenten op. Door het enorme aanbod van verkeer raakt de stad meer en meer verstopt. Als beide rijbanen geblokkeerd zijn dan creëren de Congolezen er gewoon een derde rijbaan bij en als dat niet wil vlotten, gebruiken ze het trottoir met als gevolg dat alles geblokkeerd staat. Door die drukte is het voor de straatkinderen veel interessanter geworden. Ze vinden gemakkelijker kleine karweitjes en er valt wat meer te scharrelen.

Maandag 4 juni 2007

Ik heb al vaak over Congo en de straatkinderen mogen vertellen. Vaak stelt men de vraag "Straatkinderen en paters maar hoe zit het nu met de meisjes?” Het land Congo is groot en we hebben in dit land te maken met verschillende stammen. Sommige stammen zijn patriarchaal en andere stammen zijn matriarchaal. Patriarchaal wil zeggen dat het gezin behoort aan de familie van de man, die heeft alle zeggenschap. Matriarchaal wil zeggen dat het gezin behoort aan de familie van de vrouw. Van de kinderen die op straat leven is 90% afkomstig uit de patriarchale gezinnen. Dat is te verwachten in een land (continent) waar de vrouwen de economie draaiende houden. Verder vertegenwoordigen de dochters nog een economische waarde. Op het moment dat ze huwen, ontvangt de familie nog een bruidsschat. De meisjes op de straat vormen dus (gelukkig) maar een minderheid. Om uiteindelijk ook dit werk duidelijk in beeld te hebben, bezoeken we vandaag met pater Eric, Maison Katimel. Gelegen ver uit het centrum van de stad zijn het de zusters die hier de zorg hebben voor de meisjes van de straat. De opvangmethode is hier gelijk aan de opvangmethode van de jongens in Bakanja Ville.

Bij onze terugkomst op Cité des Jeunes zien we dat er weer een visser aan het werk is in een van de vijvers. Het bootje van de visser is gemaakt van oude olievaten. Hij heeft zijn best gedaan om het op een bootje te laten lijken. Geen laswerk maar alle naden zijn op een speciale manier in elkaar gevouwen. Dat gaat redelijk maar neemt niet weg dat hij met enige regelmaat moet hozen om het geen duikboot te laten zijn. We komen juist aan op het moment dat het net gesloten is en hij zijn vangst kan binnenhalen. De opbrengst is redelijk maar niet groot als een paar dagen geleden.

 


Dinsdag 5 juni 2007

Vanmorgen zijn we op Magone geweest voor filmopnamen. Alle facetten op de diverse ateliers leggen we vast, behalve op de afdeling metselen. Daar zijn ze juist de gemaakte werkstukken aan het afbreken en dat is nu net niet wat we willen laten zien. Tevens bezoeken we pater Manu die nog steeds op bed ligt met die spierscheuring in zijn been. Hij heeft veel pijn en zijn been zit blauw tot aan zijn heup. Namiddag mogen we weer met broeder Emille Kass mee, die man is echt een genot om mee op te trekken. Hij moet in de stad zijn op de drukkerij van de technische school Salama. Gelukkig hebben we nu een klein jeepje, mét een achterbank erin! Martijn heeft vroeger in de grafische industrie gewerkt en met name voor hem is het leuk te zien hoe hier nog gewerkt wordt. Voor de insiders, ze werken nog met loden letters en letterbakken, hoogdruk dus. Hoewel deze drukpersen ondergestopt waren tegen het stof, dus ... Maar niet alles is gedateerd, ze hebben ook een Desk Top Publishing afdeling waar alle voorbereidende werkzaamheden op computers gedaan worden. Vervolgens worden er drukplaten gekopieerd en gedrukt in offset (vlakdruk). Zelfs een zeefdrukafdeling voor het bedrukken van textiel is aanwezig. Na dit bezoek rijden we naar Kilela Balanda, dit is een huis voor ongehuwde kindmoeders. De opvang hier is in handen van zusters en opvoedsters. Het is er groot, schoon en een prettige omgeving zowel voor de moeders als voor de kinderen. Duidelijk is te zien dat hier een vrouwenhand regeert. Broeder Emille is niet te stoppen. We rijden nu door naar de zuster Carmelitessen. De ontvangst is aftastend en het eerste dat de zusters aan broeder Emile vragen is “Wat kunnen deze heren voor ons betekenen”? Naar mate we langer binnen zijn, breekt het ijs en als ze horen dat wij de familie Van Asperdt kennen, gaan alle remmen los. Toch kunnen de zusters het niet laten uit te zoeken, op welke manier wij iets voor hen kunnen betekenen. 

Woensdag 6 juni 2007

Vandaag is de dag waarop we in de stad in het vluchthuis Bakanja Ville gaan filmen. Spannend voor ons maar ook voor pater Eric die ons zal begeleiden. Het gaat uiteindelijk om straatkinderen die veel waarde hechten aan anonimiteit en vrijheid. Bakanja Centre is op de eerste plaats dus een vluchthuis. Geen voorziening in maaltijden en geen bedden om op te slapen. Inventariseren en terugkeer naar de familie is het uitgangspunt. Door middel van gesprekken met het kind proberen de sociaal assistenten erachter te komen waar de jongen vandaan komt en waarom hij niet bij zijn familie is. Als dat te achterhalen is, gaat een van de sociaal assistentes op familiebezoek om te bekijken of terugkeer naar de familie mogelijk is.

Vandaag volgen we met de camera het verloop van de dag in dit centrum maar we volgen ook de terugkeer van een van de kinderen naar zijn familie. Een uniek moment. Binnen de projecten filmen is geen probleem maar filmen in een van de Cité’s met een grote jeep, vier Mzungu’s en een filmcamera trekt toch de nodige aandacht. De tam-tam Afrique doet zijn werk en binnen de kortste keren ziet het er 'zwart' van het volk. Omdat ze allemaal even voor de camera willen zwaaien, is het onmogelijk om te filmen. Het huis waar de jongen vandaan komt, biedt hiertegen onvoldoende bescherming en we moeten uitwijken naar de binnenplaats van het daarnaast gelegen huis. Daarmee is het probleem zeker niet opgelost maar min of meer beheersbaar. Uiteindelijk lukt het om voldoende opnamen te maken. Bas is tevreden en we rijden terug naar Bakanja Ville.

Het filmen op Bakanja Ville gaat boven alle verwachting goed en zonder problemen. Diegenen van u die wel eens in Afrika geweest zijn, weten hoe uitbundig (of juist niet) ze reageren als ze een fototoestel zien laat staan een filmcamera. Om 20.45 uur ’s avonds is het avondwoordje met de kinderen en om 21.00 uur gaan ze slapen. Het is een productieve dag geweest die boven een ieders verwachting verlopen is. We zijn zeer tevreden en hopen dat we met het materiaal dat we nu hebben de werking van Bakanja Ville goed in beeld hebben.

 


Donderdag 7 juni 2007

Aanstaande zaterdag mogen we samen met broeder Emille Kass nog een keer naar de Carmelitessen . We hebben daar nog een boodschap te doen. Om niet met lege handen bij deze geslepen zusters aan te komen, heb ik vanmorgen op Magone één slipper gemaakt als voorbeeld. Verder heb ik alle onderdelen van de diverse maten uitgestanst. Die krijgen ze van ons cadeau en aan de hand van het voorbeeld kunnen ze zelf beginnen met het fabriceren. Mochten ze er niet uitkomen dan kunnen ze te allen tijde om raad gaan vragen op Magone.

Op Bakanja Centre werkt nog steeds de Belgische verpleegster Annie de Vos. Een vrijgezell(ige)e verpleegkundige van 69 jaar die hier al ruim een jaar werkt en woont. Een fantastisch persoon. Haar werk is voornamelijk in het dispensarium. Daar bekommert zij zich om de verwondingen van de kinderen en de zieken.

De jongen die we gisteren mee terug in de familie geplaatst hebben, is tijdens zijn zwerfperiode zelfs in Goma geweest. Dat is van hieruit toch zo’n 2.000 kilometer. Ze reizen dan vaak illegaal op of onder de trein. Levensgevaarlijk. Ze lopen het risico van verbranden of overlijden als gevolg van contact met de bovenleiding of ze vallen van de trein met alle risico’s van dien.

Reeds bij aankomst hebben we Annie al gesproken en zij heeft mij verzocht eens naar een van de jongens te kijken. Zijn naam is Bahati Kitenge en hij is 15 jaar. Twee jaar geleden is hij van zo’n trein gevallen en is daarbij zijn linkeronderbeen verloren. Dankzij de hulp van o.a. de MOV groep uit Hapert heeft Annie voor deze jongen hier plaatselijk een soort prothese laten maken. Helaas is de prothese niet te gebruiken. Hij lijkt gemaakt door de plaatselijke hoefsmid en weegt 7 kilogram. Wij hebben een gipsafdruk van zijn stomp gemaakt, maten genomen en wij zullen in Nederland op zoek te gaan naar een passende prothese.

 

 


Vrijdag 8 juni 2007

Vandaag hebben we eigenlijk vrij om te besteden voor onszelf. Pater Manu ligt inmiddels al weer drie dagen in het ziekenhuis. Het gaat niet goed met zijn been, hij heeft veel pijn. Hij ligt daar nu voor onderzoek. Voor de voormiddag hebben we een bezoek gepland. Gewapend met wat bananen en sinaasappelen zijn we net aangekomen op zijn kamer als er drie doktoren binnenkomen die Manu willen onderzoeken. Na enige tijd wachten is het duidelijk dat ze Manu direct willen opereren. Hij wordt direct in een rolstoel uit zijn kamer gereden.

Wij gaan terug naar het centrum van de stad om daar samen met de Congolezen wat rond te hangen. De beste manier van integreren. We bekijken de plaatselijke antiquiteiten, onderhandelen sterk en doen enkele aankopen.

Later bellen we nog een keer met Manu en horen van hemzelf dat alles goed is verlopen. Naar het schijnt zaten er enkele bloedproppen in zijn been die nu verwijderd zijn. Nu maar hopen dat het vanaf hier nu beter gaat.

’s Avonds brengen we een bezoek aan broeder Emille Kass op zijn kamer. We hebben een klein koffiezetapparaat meegebracht, een reep chocolade en een koekje. Emille heeft op zijn kamer een zeer oud cassettedeck en maar één bandje met kerstmuziek. Onder het genot van Rudolf the Red Nosed Reindeer, een kopje koffie en een koekje vertelt Emile honderduit. Hij heeft humor en kan met smaak vertellen. Hij vertelt o.a. hoe hij vroeger aan zijn vader moest vertellen dat hij thuis niet de schrijnwerkerij zou overnemen maar dat hij de keuze gemaakt had om als Salésiaan te gaan werken. Natuurlijk was dat een tegenvaller maar zijn vader was een gelovig man en hij was er eigenlijk ook best trots op dat zijn zoon als broeder van don Bosco dit werk ging doen. Hij kreeg de zegen en zijn vader sprak de wijze woorden “Als ge getrouwd bent is het ook niet elke dag feest”.

Zijn grote passie is het Légion de Marie/Jeunes. (Het Maria Legioen) Precies kennen we het niet maar het gaat om de verering van de heilige maagd Maria. Emile zit avonden achter zijn schrijfmachine om verhalen te schrijven, foto’s te verzamelen en van dit alles laat hij vervolgens een klein boekje drukken in een oplage van enkele duizenden. Deze boekjes verspreidt hij onder de leden van het legioen en al diegenen die hierin geïnteresseerd zijn. Tot voor kort was zijn inmiddels overleden 95 jarige zus de grootste sponsor voor dit werk. Nu heeft hij al teksten voor 5 boekjes klaar liggen maar het ontbreekt (ook) hem aan de financiële middelen om dit alles te kunnen betalen. We hebben 'de herdertjes' al voorbij horen komen en het gaat nu naar de 'stille nacht', tijd dus om naar bed te gaan. We wensen Emile een wel te rusten en laten een donatie achter voor zijn werk met het legioen. Hij is daarmee erg in zijn sas. “Geweldig, het Passeport № 93 kan nu gedrukt worden”.

 


Zaterdag 9 juni 2007

Vanmorgen de laatste opnamen gemaakt op Cité des Jeunes. We zijn voor het eten uitgenodigd bij mevr. De Block. Samen met pater Eric en Annie Devos gebruiken we daar een typisch Congolese maaltijd. De maaltijden hier gaan altijd gepaard met een glas bier en ze kunnen hier geen halve glazen zien staan. Ze blijven bijvullen. Op het einde van de maaltijd heb je geen flauw benul wat je gedronken hebt of je moet de lege flessen gaan tellen. Let wel, de flessen bier hier zijn 0,75 ltr.

Om 15.00 uur hebben we met Broeder afgesproken wederom bij Kilela Balanda. We hebben hier nog enkele dingen af te werken. Daarna rijden we weer naar de zusters Carmelitessen. Mijn cadeau wordt hartelijk ontvangen. Zo’n mooie slipper en de kleur past perfect bij hun habijten. Totdat ze zien dat het maar een slipper is. Ai, dat valt duidelijk tegen.

Ik laat de mallen zien die ik gemaakt heb en geef verder alle instructies om zelf dit soort slippers met de hand te kunnen maken. Het idee om eenvoudige slippers te maken staat ze wel aan maar dat daar zo’n handwerk aan te pas komt is toch minder.

Bas heeft zijn filmcamera meegenomen en we krijgen de zusters zelf zo ver dat ze voor ons gaan zingen in hun kapel. Ongelooflijk mooi, om kippenvel van te krijgen, een privé optreden voor ons van het koor van Carmelitessen in Congo, wie had dat kunnen bedenken. Na dit optreden worden we uitgenodigd voor de koffie met een biscuitje en daar houdt het nog niet mee op: even later komen de zelfgemaakte wafels en de huisgemaakte sinaasappellikeur op tafel.

De stemming zit erin, ook de zusters genieten van onze aandacht. Een van de zusters neemt een gitaar ter hand en een ander de tam-tam. Ze zingen ons nu toe in het Swahili. Bij welk reisbureau kun je dit nu boeken?

Het wordt al donker als we vertrekken. We staan met de auto voor een druk kruispunt. Het is moeilijk de weg op te komen of over te steken. We vragen waar we eigenlijk naar toe moeten. Volgens hem kunnen we hier linksaf, rechtsaf of rechtdoor. 'Er zijn vele wegen die leiden naar Rome'!

 


Zondag 10 juni 2007

Aanvankelijk zouden wij gisteren zijn teruggereisd maar door de aanpassing in het vluchtschema van Hewa Bora, vertrekken we dinsdag pas. Vandaag dus weer een zondag en natuurlijk zitten we ’s morgens al vroeg in de kerk. Het koor zingt nu in het Swahili. Een keyboard met ritmebox heeft jammergenoeg ook zijn intrede gedaan. Ze hebben dat echt niet nodig. Ook heeft die Japanner die dit Yamaha keyboard ontwikkeld heeft geen rekening gehouden met het ritme van een Congolees. Die twee passen gewoon niet bij elkaar. God straft onmiddellijk en halverwege de dienst valt de stroom uit. Wat overblijft is de meerstemmigheid van het koor en het ritme van een stukje bamboe met en stokje, juist zoals dat bedoeld moet zijn.

Om 10.00 uur hebben we afgesproken met Yvette. Zij zou ons het echte traditionele Bemba dansen laten zien. We kunnen dat dan ook filmen, het zal mij benieuwen. We lopen naar haar huis maar het dansen gaat daar niet plaatsvinden. Nee, Yvette weet een locatie waar nog traditionele hutjes staan; daar moeten we filmen. We volgen haar, lopen een paar 'straatjes' door, steken wat percelen over en komen uiteindelijk uit op een terreintje voor het huis van een familie midden in een van de wijken rondom Lubumbashi. We moeten hier gaan zitten, de voorstelling kan beginnen. Een klein radiootje met een cassettebandje en een oude oma die voor ons wat wulpse beweging staat te maken moet de aandacht afleiden. Yvette heeft naar het schijnt niks geregeld en gaat de onderhandelingen aan met allerlei belangstellenden. Het valt niet mee, het duurt lang en oma wordt moe. De plaatselijk jeugd wordt naar voren geschoven en net als het konijntje van Duracell beginnen ze met hun heupen te wiegen en ook zij gaan nu deel uitmaken van het voorprogramma. Daarna komt een dronken dorpsoudste aan die ons in voelbaar 'vloeibaar' Frans uit gaat leggen dat zijn perceel een gift van God persoonlijk is. Even later voegt ook zijn eveneens dronken dochter van zo’n 120 kilogram zich bij het gezelschap en zij ziet zo’n lekkere Mzungu wel zitten. We kijken verbaasd om ons heen en zien dat Yvette van het toneel verdwenen is. Het is alsof we in de verkeerde film zitten. Juist als we aanstalten maken om uit deze nachtmerrie te vertrekken, komt Yvette weer aanlopen, we moeten mee, ze heeft een andere (betere?) locatie. We lopen weer wat percelen verder met een hele optocht achter ons aan. Uiteindelijk zijn drie Mzungu’s in hun Cité een hele gebeurtenis en daar willen ze niks van missen.

Ook hier worden we op een stoel geplaatst en het wachten is op het hoofdprogramma. Maar naar het schijnt is er dat niet en beginnen ze te improviseren met wat jerrycans. Er komen wat geluiden op gang, begeleid door het getrommel op die jerrycans en wat dames met een overschreden houdbaarheidsdatum beginnen nu te dansen. Wij voelen ons nogal opgelaten. Drie blanke Mzungu’s op een stoel en een dansende en trommelende groep zwarten ervoor met op de tribune de rest van het dorp. De dronken dorpsoudste met zijn dochter zijn ook meegekomen en met name zijn dochter verpest steeds de sfeer. Ze is al een aantal keer hardhandig verwijderd, maar ze verschijnt steeds weer ten tonele. Uiteindelijk zijn we aangekomen op het hoogtepunt van deze schamele vertoning. Bas neemt snel wat beelden, we kunnen daar niet onderuit. De meeste van deze beelden staan echter in ons geheugen gegrift. Dit zullen we niet snel vergeten.

Namiddag rest ons de plezierige taak om de oudjes van Kamalondo eens flink te verwennen. Een opdracht die we meekregen van de familie van Asperdt uit Hapert. De panjes voor de dames zijn klaar en ook de boeboe’s voor de heren. Eerlijk is eerlijk het ziet er fantastisch uit. Op Magone hebben we ook nog slippers voor deze oudjes laten maken en verder hebben we een groot stuk zeep en een flink zakje waspoeder. Als een kind zo blij zo klinken de vreugdekreten van deze oudjes.

 


Maandag 11 juni 2007

Vandaag de laatste dag. We gaan filmen op de boerderij Jacaranda. We worden opgehaald door pater Michel. Hij is directeur van deze boerderij die ligt buiten de stad. We worden op de boerderij ontvangen met een beker overheerlijke, zelfgemaakte yoghurt. Hier gaan jongens naar toe die kiezen voor landbouw en veeteelt. Ook zij zijn hier intern. De bezittingen bestaan uit 175 hectares met 33 visvijvers en verder schapen, kippen, ganzen, kalkoenen, eenden, koeien, maïs, groenten en fruit. Ook maken ze hier kaas en yoghurt.

Resumé

Voor mij is dit het 5e bezoek aan dit land en de werken van de paters van don Bosco. Het ontzag dit ik in de loop der jaren gekregen heb voor die paters en vrijwilligers die zich met de straatkinderen bezig houden is alleen maar toegenomen. Ik vond het erg prettig om Martijn en Bas dit werk te laten zien. Hun betrokkenheid was enorm. Voorop stond dit keer het filmen van de diverse projecten en daar zijn we zeker in geslaagd. Het is nu de niet geringe taak aan Bas om dit materiaal uit te werken. Het is niet de bedoeling dit een lang verhaal gaat worden maar korte items die steeds een project belichten. Dit materiaal kunnen wij dan in Nederland gebruiken ter promotie en om uitleg te geven over de manier van opvang en omgang met de straatkinderen van Lubumbashi. Ook de paters kunnen van dit materiaal gebruik maken om het werk dat ze doen voor anderen visueel te maken. Het straatkinderenprobleem in de hoofdstad Kinshasa dreigt helemaal uit de hand te lopen. Er zijn daar te weinig mensen die zich daar met straatkinderen bezighouden. Zij vormen kleine bendes en terroriseren anderen en zelfs de politie durft daar niet tegen op te treden. Het is juist dit gegeven dat de paters hier sterkt om zich met deze kinderen bezig te houden waarbij reïntegratie bij de familie altijd prioriteit heeft. Wij hebben hier met eigen ogen kunnen zien dat het de moeite waard is om zich hier voor in te zetten. De Cordonnerie du Peuple is daar een voorbeeld van waar ik zelf aan mee heb mogen werken. Deze jongens werken nu zelfstandig, nemen hun verantwoordelijkheid en dat is geen gemakkelijke opgave in deze turbulente economie.

Wel zie ik wat lichte vooruitgang in de loop der jaren. Door het stabiliseren van de economie zijn er buitenlandse bedrijven die weer durven investeren. Het land is rijk aan mineralen en delfstoffen. Bijna het gehele periodieke systeem trekken ze hier uit de grond. Vroeger was het zo dat de gedolven materialen bruut het land verlieten. De gouverneur van Katanga heeft het nu zo geregeld dat alle materialen eerst een bewerking in dit land moeten ondergaan alvorens ze het land verlaten. Op deze manier levert dit werkgelegenheid op en trekt de economie van Congo aan. Maar zoals pater Michel van Jacaranda zegt; “Langzaam maar zeker, maar zeker langzaam”.

 

Terug naar het overzicht