REISVERSLAG 2010


REISVERSLAG CITÉ DES JEUNES 2010

Verslag van de reis van Mutoto.nl
naar de Werken van Mama Margarite in Lubumbashi (D.R. Congo)
van 10 t/m 22 juni 2010

 

Donderdag 10 juni 2010

Op deze dag vertrekken we met 4 personen naar Lubumbashi in Congo;

• Rien van der Vleuten, van het schoenmakerij project en thans voorzitter van Stichting Mutoto.nl;
• Jan Berkvens uit Hapert, penningmeester van Stichting Mutoto.nl, samen met zijn echtgenote Johan;
• Ben van Deelen uit het Gelderse Elst, een collega schoenmaker die 2 jaar geleden gestopt is met zijn winkel.

Het toeval wil dat Ben vandaag jarig is en dus wordt voor het vertrek in Hapert nog getrakteerd. De zoon van Ben, Jeroen, rijdt ons met zijn luxe VW bus naar Brussel. Op de luchthaven ontmoeten we pater Louis Denekens. Hij brengt onze paspoorten mee; hij heeft de visa voor onze reis geregeld.

We mogen riant veel kilo’s meenemen. Ieder 46 kilo en dan nog 7 kilo handbagage. We hebben wat kleding voor onszelf maar volop boodschappen bij ons voor de paters en broeders Salésianen. We nemen ook nog ruim 20 kilo mee aan interne zaken van de paters en broeders Salésianen zelf.

We vertrekken om 19.30 uur vanuit Brussel en vliegen met Ethiopian Airlines met nog een tussenlanding in Parijs naar Addis Abeba. ’s-Nachts om 1.00 uur zitten we nog aan een warme maaltijd in het vliegtuig en ’s morgens om 4.00 uur al weer aan het ontbijt. Om 7.00 uur landen we in Addis Abeba waar we vervolgens 3½ uur in transfer blijven voordat we kunnen overstappen op onze vlucht naar Lubumbashi. Dan blijkt ook nog dat we nog een tussenlanding maken in Lilongwe (Malawi).

Uiteindelijk komen we ca. 16.00 uur aan op de luchthaven van Lubumbashi. We zijn dan bijna 24 uur onderweg. We zijn moe en onze biologische klok is behoorlijk ontregeld. Deze vermoeidheid verdwijnt snel bij het weerzien van, en de kennismaking met, pater Michel Zwanepoel. Alle douanefaciliteiten en inklaringen worden als vanouds door de paters snel geregeld en voor we het weten staan we buiten met 8 koffers aan bagage.

Na een kort bezoek aan pater Eric op de procuur, rijden we meteen door naar het huis genaamd Bakanja Centre. Daar verblijven we tijdens ons bezoek. De kamerschikking is als volgt: Ben heeft de eerste kamer vlakbij het aggregaat. Er zijn nogal wat stroomonderbrekingen dus op bepaalde tijden kan hij zijn lol wel op denken we. Jan en Johan krijgen een stukje verderop samen een kamer met 2 bedden. De overeenkomst tussen deze 2 kamers is dat het er bij het uitvallen van de elektriciteit hartstikke donker is en dat er op beide kamers momenteel geen stromend water is.

Rien krijgt de kamer van Annie de Vos, een (vrij)gezellige gepensioneerde Belgische verpleegkundige, die op dit moment op verlof is. Het is een ruimte voor één persoon maar wel met een bureaugedeelte, een slaapkamertje en een toiletruimte. Deze kamer maakt onderdeel uit van een nieuwbouw die in ongeveer 2007 is gerealiseerd. M.b.t. stroom en water zijn hier echter geen privileges te verwachten.

Duidelijk is hier te zien dat er een vrouwenhand regeert. In deze nieuwbouw is ook een wasruimte gerealiseerd voor de kleding, er is een spreekkamer voor de dokter en een klein ziekenzaaltje voor de nodige verzorging. Dit is normaal het domein van ‘Mamma Annie’.

’s Avonds na de maaltijd hebben we nog een cadeautje voor pater Dick Zwarthoed afgegeven. Met zo’n naam kom je natuurlijk uit Volendam en voor hem hebben we een bosje paling meegebracht. Minder verstandig is dat hij die meteen openmaakt en de rest van de aanwezigen ervan mee laat proeven. Daarna gaan ook wij, zoals alle anderen hier ‘vroeg op stok’. 

 

Aankomst luchthaven Lubumbashi   |   Het domein van 'Mamma Annie' |  Pater Frank de nieuw econoom van Cité des Jeunes


Zaterdag 12 juni 2010

Vanmorgen wordt ik gewekt door Ben die staat te bonzen op mijn stalen deur. Jammer, ik sliep nog net zo lekker. Door de gebroken nacht daarvoor zijn er verder geen klachten, iedereen heeft goed geslapen. Samen gaan we ontbijten en daarna schuift pater Dick Zwarthoed aan.

Ben, Jan en Johan hebben nog geen beeld bij alle projecten en huizen die hier in de omgeving liggen. We beginnen rustig en gaan het terrein van Bakanja Centre verkennen. Op Bakanja Centre krijgen de kinderen basisonderwijs. Men heeft hier een kleine 100 kinderen intern. Dat zijn kinderen die geen thuis of geen familie meer hebben waar ze terecht kunnen. Pater Dick leidt ons rond en vertelt ons over de specifieke problematiek van deze kinderen en de methode van lesgeven.

Hier wordt op uur en tijd gegeten. We zijn nog te vroeg en besluiten vanuit Bakanja Centre een van de omliggende Cité’s te bezoeken. Daar kun je al iets beter zien hoe de lokale bevolking woont en leeft. Ook op straat krijg je een heel aardig beeld van de problematiek die de dagelijkse bevolking bezig houdt. Het feit dat geen van deze woningen water hebben wil zeggen dat de gehele familie wordt ingezet om water te gaan halen. Onze uitdrukking ‘loop naar de pomp’ heeft hier wel een heel letterlijke betekenis. We komen 3 kinderen tegen met ieder een fles water op het hoofd. De grootte van de fles is naar draagkracht en de jongste heeft een flesje van nog geen liter op het hoofd.

Tussen de middag eten we warm. Je bent er op tijd, zo niet dan wacht men niet op je. Je schept op, begint te eten en als je de lepel van de soep neerlegt is je bord al weg en maakt het geheel plaats voor de rijst, de aardappelen, de groente en het vlees of de vis. De paters eten snel. Alles vlug naar binnen; we horen geen klachten over de smaak (ook geen complimenten) en daarna weer snel over tot de orde van de dag. Tenminste dat dachten we. De gemiddelde leeftijd van de paters is echter hoog en een goed middagdutje doet wonderen. En dat nemen ze allen als toetje!

Namiddag gaan we eerst naar Cité des Jeunes. De stad van de jongeren, in 1964 gesticht door de onlangs overleden Gerrit van Asperdt. Het is zaterdag en natuurlijk zijn de werkplaatsen gesloten. Echter voor de oriëntatie van Ben, Jan en Johan is dit prima. Als eerste gaan we op zoek naar Emiel Kass, een Luxemburgse pater van 84 jaar die al 45 jaar hier werkt als leraar meubelmaker. Een gouden kerel, jong van hart en een groot gevoel voor humor. Met trots laat hij ons zijn meubelmakerij zien waar men in 3 jaar tijd leert om op ambachtelijke wijze meubels te maken. In alle eerlijkheid vertelt Emiel ons, dat zijn leerlingen in de praktijk toch vaak andere methoden gaan gebruiken. Hij zegt dat de stad hun daartoe dwingt en daarmee bedoelt hij dat het vakmanschap wel gewaardeerd wordt maar niet de prijs die dat met zich meebrengt.

Na dit kort bezoek aan het grootste project lopen we nog naar Magone. Ook hier is onderricht in ambachten als metselen en lassen. Hier staat ook de schoenmakerij die we destijds ingericht hebben. Pater Michel Zwanepoel is hier de verantwoordelijke. Wel bezichtigen we even de onlangs gereed gekomen bouw van de opleiding tot lasser. De ateliers werken nu niet. We komen hier later zeker nog terug.

 

Bezoek aan boerderij Bakanja Jacaranda   |   Buiten eten in de tuin van Jacaranda  |  Afspraak met pater Jacques Swinnen op Chem Chem

 

Zondag 13 juni 2010

Volgens goed katholiek gebruik gaan we om 7.30 uur naar de kerk en geloof me, dat is hier geen straf. Vroeger moest je vaak voor het zingen de kerk uit, maar hier doen wij ons best om juist voor het zingen in de kerk te zitten.

De Congolezen doen alles met gevoel en ritme. Zo ook de kerkdienst. Het koor zingt prachtig met een gigantisch volume, meerstemmig en zeer ritmisch. Het meubilair waarop we zitten begint zachtjes mee te deinen en ook de misdienaars pakken feilloos het ritme op en bewegen mee op een manier waarbij wij als Muzungu’s maar een paar houteren Klazen lijken. We kunnen dat echter allemaal zeer goed hebben en genieten van deze dienst.

Na de mis worden we uitgenodigd op Cité des Jeunes voor het ontbijt. We maken daar kennis met pater Frank, de nieuwe econoom van Cité des Jeunes. Hij komt van oost-Vlaanderen (België) en, goed voor ons, hij spreekt Nederlands. Dat maakt de conversatie een stuk gemakkelijker Pater Frank is antropoloog en socioloog. Vanuit die achtergrond heeft hij een goede kijk op de specifieke problemen die de cultuur van de Congolezen met zich meebrengt. Zeer interessant en ongelooflijk om te horen dat veel van de vroegere en de huidige problematiek te maken heeft met het verleden.

Verder is pater Frank goed met computers en cijfers en dat is hier belangrijk. Door een inventarisatie van kosten en baten kun je op ieder moment zien hoe je er voor staat. Verder kun je een prognose maken en die met enige regelmaat toetsen aan de praktijk. Als je met deze cijfers gaat doorrekenen kun je ook een blik in de toekomst werpen. Die toekomst baart pater Frank zorgen. De economische recessie slaat hier ook toe en de import van goedkope Chinese spullen neemt een stuk van het marktaandeel weg. In onze westerse maatschappij kunnen wij een keuze maken tussen prijs en kwaliteit maar hier in Congo telt maar een ding en dat is de prijs.

Enigszins gedesillusioneerd verlaten we pater Frank. Wij vragen ons af of, als hij gelijk heeft, dit het einde kan betekenen van Cité des Jeunes, de oorspronkelijke basis van al het werk hier. Tot nu toe is dit project altijd kostendekkend geweest. Nu lijkt het erop dat de grootschaligheid van dit project wel eens de doodsteek zou kunnen worden. Als opbrengsten teruglopen kom je op een punt dat je moet ingrijpen. Wij weten het niet. We nemen het mee als bagage en hopen op het einde van ons bezoek toch de juiste conclusies te kunnen trekken.

Gelukkig draaien op dit moment de werken van Mama Marguerite (Oeuvres Maman Marguerite) nog volop. 14 Huizen op verschillende locaties die allen werken op kleinere schaal.

In de namiddag rijden we met pater Michel naar de boerderij Bakanja Jacaranda, dat is een van de werken van Mama Marguerite. Een boerderijproject buiten de stad waar ruim 50 jongens intern zijn die daar een opleiding ‘ agricultuur’ doorlopen. We doorlopen met broeder Emanuel het hele project en zien alle facetten van landbouw en veeteelt in het algemeen. Heel Noach’s ark is hier bijeengebracht tot zelfs kweekvijvers voor de vissen aan toe. Maar, als de zondvloed hier losbarst, zullen we voor de vissen het minst bezorgd zijn. Na onze tour over het terrein van Bakanja worden we uitgenodigd voor een maaltijd. We eten buiten in de tuin van Jacaranda en genieten van de omgeving, een heerlijke maaltijd en het goede gezelschap.

’s Avonds na terugkeer op Bakanja Centre is ook pater Eric aangeschoven. Pater Eric werkt op de procuur en stuurt de werken van Mama Marguerite aan. De straatkinderen vormen bij pater Eric de eerste prioriteit. Het eerste contact met de jongens en de meisjes van de straat. Reïntegratie in de familie is de doelstelling maar als dat door omstandigheden niet kan dan vindt hij een plek in een van de huizen. Pater Eric is een man van de praktijk. Zonder enige moeite haalt hij voorbeelden aan die hij dagelijks tegenkomt. Door een jarenlange ervaring weet hij hoe men met de opvang van de straatkinderen moet omgaan. Sommige zaken zijn simpel, maar als je te maken krijgt met lijm- of drugsverslaafden dan vergt dat wel een speciale aanpak. 

 

Bezoek aan schoenmakerij op Magone   |  Het gezin van Ngalu, een leerling van het eerste uur  |   Naar de zusters Carmelitessen om een DVD aan te bieden

 

Maandag 14 juni 2010

Vanmorgen hebben we een afspraak met pater Jacques Swinnen op Chem Chem. Ook een boerderijproject aan de andere kant van de stad. Samen met pater Dick Zwarthoed rijden we daar naar toe.

Een allerhartelijkst weerzien. Pater Jacques is en een grote vriend van de familie van Asperdt uit Hapert. Hij is 73 jaar en het werk op de boerderij valt hem zwaar. De grond is lateriet houdend, erg onvruchtbaar en moeilijk te bewerken. Achter op het terrein zijn de visvijvers en is de grond beter. Daar wordt dan ook landbouw bedreven. In tegenstelling tot Jacaranda, waar we gisteren waren, zijn hier weinig dieren. Voornamelijk landbouw dus.

Als je wilt opleiden dan moet je zelf het voorbeeld geven en samen met de jongens het werk aanpakken. Een Afrikaanse medebroeder van pater Jacques zou dat werk moeten doen maar dat doet hij niet. Deze medebroeder heeft 2 linkerhanden en het werken niet uitgevonden. Een slecht voorbeeld voor de jongens. Dit heeft er nu zelfs toe geleid dat zowel de interne jongens als de medebroeder verplaatst gaan worden.

In de namiddag bezoeken we de schoenmakerij op Magone. Die is door Rien ingericht vanaf 2002. Het laatste bezoek was in 2007. De resultaten stemden toen tevreden. Afgelopen zondag hebben we de schoenmakerij al vluchtig bekeken maar dat leverde alleen maar vragen op. Nu kunnen we de schoenmakerij in werking zien en horen meer details. In de schoenmakerij zijn op dit moment 7 jongens in opleiding. Hetgeen we zien stemt toch tot tevredenheid. In eerste instantie was het de bedoeling eenvoudige slippers en sandalen te maken maar wat we nu zien zijn voornamelijk dichte schoenen.

Er wordt nu alleen op bestelling geproduceerd. Op dit moment zien we toch al gauw een paar of 10 schoenen in productie die voor $ 20,00 verkocht gaan worden. Dat zijn toch mooie bedragen. Ook zijn er sandalen in de maak die voor $ 13,00 verkocht worden en het ontbreekt niet aan orders. (Er wordt hier voornamelijk gerekend met US-dollars). Dat is ook wel te zien in het magazijn. De voorraad leer, waarvan we dachten dat ze er wel een jaar of 10 mee vooruit zouden kunnen, is al voor een groot deel op. Dat kan ook wel want het is nu ook bijna 10 jaar geleden dat we met dit project gestart zijn. Het ontbreekt nu met name aan zwart leer en voeringleer.

Verslag van de reis Mutoto.nl naar de werken van Mama Marguerite in D.R.Congo Juni 2010 De werkplaats is redelijk opgeruimd maar het magazijn en de (tijdelijke) opslag in de containers zijn gewoon een puinhoop. Jammer. Ze hebben totaal geen overzicht op het materiaal dat voor handen is en zoeken alleen maar boven op de stapels. Ze hebben wel de pech gehad dat door een brand het magazijn met spoed ontruimd moest worden. De materialen zijn gered maar het terugplaatsen is gewoon niet goed gebeurd. Door de brand moest het dak vervangen worden, daar zijn ze nu nog mee bezig. Verder is er veel nieuwbouw gepleegd. De bouwmaterialen kunnen niet buiten blijven liggen en die worden overal binnengelegd om diefstal te voorkomen. Onze handen jeuken om met opruimen te beginnen, maar daar zullen we tijdens dit bezoek niet aan toe komen.

In de schoenmakerij werkt Ngalu. Hij is een leerling van het eerste uur en is nu in loondienst als leraar schoenmaker. Om 15.30 uur lopen we met hem naar zijn huis. Hij is inmiddels gelukkig getrouwd en heeft 4 kinderen. In eerste instantie 2 jongens en nu, ‘als kersje op de taart’ ook nog een tweeling, twee meisjes. De laatste keer dat we hem bezochten was in 2007. Hij woonde toen nog in bij zijn schoonfamilie maar inmiddels huurt hij voor $27,00 per maand een ‘huisje’ waar hij nu woont met zijn gezinnetje. Zo zien we het graag. Van dakloos en kansarm naar gelukkig getrouwd met een sociale status.

Dinsdag 15 juni 2010

Een van de belangrijkste redenen voor deze reis is om met name de penningmeester van onze stichting, Jan Berkvens, kennis te laten maken met het werk van de paters hier. Als stichting willen wij in Nederland subsidies aanvragen en Jan is degene, die deze subsidieaanvragen voor Mutoto.nl verzorgt. Onze partners in Congo zijn de paters en broeders Salésianen en op dit punt specifiek pater Eric.

Voor de middag bezoeken we Pater Eric op de procuur in het centrum van de stad. In eerste instantie gaan we het gesprek aan om te kijken op welke manier Mutoto.nl het beste een bijdrage kan leveren. Dan vertelt pater Eric ons dat hij juist een bericht heeft ontvangen dat hij wordt overgeplaatst naar Nbujimay (gelegen op 1.200 km van Lubumbashi). Al enkele weken eerder hadden we dat gerucht gehoord, maar we dachten en hoopten dat het bij een gerucht zou blijven.

Binnen de orde van de Salésianen is het normaal dat men om de 3 jaar wordt overgeplaatst. Eén keer verlengen kan maar om de 6 jaar gaat men zeker naar een nieuwe plek. (Er worden wel eens uitzonderingen gemaakt zoals bij broeder Emiel Kass.) Voor ons en voor vele anderen is het ondenkbaar en onbegrijpelijk dat pater Eric deze post moet gaan verlaten. We zijn ervan geschrokken. Pater Eric was onze contactpersoon. Wij waarderen zijn inzet en mening enorm. Wat deze man doet voor de straatkinderen dwingt respect af. Wij vinden het niet verantwoord dat deze pater van dit werk gehaald wordt. Morgenavond eten we bij pater Eric en zullen we zeker meer horen van dit besluit.

Na de middag rijden we naar Kilela Balanda, een huis voor jonge ongehuwde moeders. De opvang hier is in handen van Spaanse zusters. Het is er groot, schoon en een prettige omgeving, zowel voor de moeders als voor de kinderen. Duidelijk is te zien dat hier een vrouwenhand regeert. Daarna rijden we door naar de zusters Carmelitessen. In 2007 hebben we hier ook een bezoek gebracht. Toen hebben we filmopnamen gemaakt van hun gezangen in de kapel. Inmiddels is deze film gemonteerd en we bieden de zusters nu de DVD ervan aan. We worden hartelijk ontvangen met een glaasje eigengemaakte citroenlimonade en een koekje.

 

Bezoek aan Bakanja Ville bij Pater Eric   |   Koren die rondom Bakanja Centre oefenen |  Fietsers met houtkool en brandhout

 

Woensdag 16 juni 2010

Vanmorgen staat de technische school Salama van de Salésianen op het programma. Het niveau van opleiden is hier hoog: 2 jaar brugklas, voornamelijk theoretisch, en daarna 4 jaar vakgerichte praktijk. Er zijn 1.500 leerlingen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar.

Na Salama rijden we naar het ziekenhuis van de Salésianen, Affia. Hier ontmoeten we pater Etienne, voormalig econoom van Cité des Jeunes, en pater Manu, voormalig directeur van Magone waar de schoenmakerij staat. Rien heeft daar in eerdere bezoeken veel mee te maken gehad. Samen gebruiken we de maaltijd en daarna leidt Pater Manu ons rond in het ziekenhuis. We krijgen alle afdelingen te zien, zelfs de operatiekamers ontlopen we niet maar wel met blauwe sokjes aan. Ook maken we kennis met een klein baby’tje dat te vondeling gelegd was bij het ziekenhuis. Voor ons ongelooflijk maar hier geen uitzondering. Pater Manu vertelt ons dat er zelfs baby’tjes in een plastiek zak over de muur van het ziekenhuis gegooid worden waar de navelstreng nog aanzit. Voor ons onbegrijpelijk en het doet goed om te zien dat dit baby’tje liefdevol ontvangen is en nu geniet van een flesje melk uit de handen van een lieftallige zuster.

‘s Avonds gebruiken we de maaltijd bij Pater Eric in het centrum van de stad. Hij woont bij het opvanghuis Bakanja Ville waar voorheen alle straatkinderen van de stad veilig konden overnachten. Nu kan dat niet meer.

Zonder overleg heeft de gouverneur enige tijd geleden besloten dat alle straatkinderen uit de stad moeten verdwijnen. Ze hebben daarop alle straatkinderen opgepakt en verplaatst naar opvangkampen 14 km buiten de stad, ommuurd, voorzien van prikkeldraad en bewaakt door soldaten. De paters hebben protest aangetekend, contact opgenomen met Unicef i.v.m. schending van de rechten van het kind. Maar niets heeft resultaat gehad.

Maar een (straat) kind laat zich niet opsluiten. Op dit moment zijn veel kinderen toch weer in de stad. Ze betalen de soldaten met een stukje zeep, gaan dan naar de stad om ‘zaken’ te doen en ’s avonds voor het eten gaan ze terug en tegen betaling mogen ze dan weer naar binnen. Ook dat is Congo.

Het gouvernement heeft Bakanja Ville verboden om de straatkinderen nog te helpen. De Paters hebben Bakanja Ville nu omgedoopt tot internaat. Het is een gesloten terrein en de kinderen moeten nu aankloppen om binnen te mogen. Gewoon een kwestie van creatief boekhouden. Het aantal kinderen is hierdoor wel drastisch teruggelopen.

Donderdag 17 juni 2010

Ben heeft vannacht een slechte nacht gehad. Hij is ziek en denkt dat het laatste pilsje bij pater Eric te koud was.

Vandaag besluiten we rustig aan te doen. Voor de middag lopen we naar Cité des Jeunes. De ateliers zijn nu open en we zien de meubelmakers, de metaalbewerkers en de lassers en als laatste bezoeken we de autoreparatie afdeling. Na de middag kiest Ben ervoor in bed te kruipen. Jan en Johan plannen ook wat rust. Johan heeft van huis dingen meegebracht om te koken voor de paters en broeders. Een pittige kerriesaus en rijstepap met bruine suiker en tutti frutti staan op het menu. Zij gebruikt de namiddag om het koken voor te bereiden. Rien gaat naar de schoenmakerij.

Als hij later in de middag terug komt is Ben weer op de been. Samen lopen ze nog, voor het eten, een rondje rondom Bakanja Centre en de aandacht wordt getrokken door de zang van een koortje. Op een open terrein, rondom een kerk, staat een koortje in de openlucht te oefenen. Het gaat lijken op een korenslag want zo’n 50 meter verderop staat nog een koortje te oefenen. Uiteindelijk hebben we de keuze uit 4 koortjes. Op ons gemak lopen we alle koortjes langs en genieten van de meerstemmigheid en het ritme. Wij kunnen geen keuze maken.

De gerechten van Johan zijn een groot succes. In het gezelschap van Pater Eric en Pater Luk van Delft van DMOS vindt het eten gretig aftrek. De kerriesaus gaat erin als pap en de het toetje ook.

 

Tijdens kamp helpen kinderen bij gereedmaken maaltijd  |   Bezoek aan drie huizen Maman Margarite |  Dienst door pater Dick in zijn parochie

 

Vrijdag 18 juni 2010

Vandaag gaan we op pad met pater Dick Zwarthoed. Ben voelt zich nog niet sterk en kiest ervoor die morgen niet mee te gaan. Er staat een ritje gepland naar de Kafubu. Tot nu toe zijn we vooral in de stad en de omliggende Cite’s geweest. We zijn natuurlijk wel in Afrika maar het beeld dat we tot nu toe gezien hebben past daar niet geheel bij. De route naar de Kafubu is meer het binnenland. De huizen verdwijnen en maken plaats voor de hutjes die verspreid staan in een groot gebied.

Door het ontbreken van stroom koken de Congolezen voornamelijk op houtskool. Door het hakken van bomen is de ontbossing rondom de stad enorm. Gedurende de gehele weg komen we volop fietsers tegen met enorme lasten op hun fiets. Voornamelijk houtskool en brandhout voor de bewoners in de stad. Volgens pater Dick komen die van 30 tot 40 kilometer verderop en dat over zeer slechte wegen met veel kuilen. 

Voor het eerst zijn de jongens van Magone en Bakanja op ‘kamp’ gegaan. We komen er onderweg langs en gaan graag even kijken. Ver buiten de stad kamperen ze op een school die op dit moment vanwege de vakanties leeg staat. Ze zijn gisteren vertrokken en hebben reeds een nacht doorgebracht. Ze slapen in de klaslokalen, krijgen wat opvoedend onderricht maar worden verder vooral bezig gehouden met veel spel en sport. Het vergt nogal wat organisatie maar als je de koppies van deze kinderen ziet dan is het te hopen dat dit niet eenmalig is. Ze helpen zelf ook met het snijden en klaarmaken van de groente voor het eten.

Onderweg stoppen we ook nog bij Kansebula. Een opleidingsinstituut voor priesters Salésianen. Hier is destijds Gerrit van Asperdt begonnen. Hij heeft veel op Kansebula gebouwd.

Als we tussen de middag weer op Bakanja Centre komen is Ben weer op de been. Na de middag gaat Ben mee. Er staan 3 huizen van de werken van mama Margarite op het programma. Al deze huizen liggen in de Cité waar pater Dick pastoor is.

Het gaat hier om huizen met kleinschalige opvang. Jongens en meisjes van de straat worden opgevangen in een familiaire omgeving. Ze wonen samen als een normaal gezin en gaan naar de plaatselijke school.

Sommige huizen worden geleid door een Congolese pleegmoeder maar er zijn ook huizen bij die geleid worden door zusters van een of andere orde. Hoe dan ook, wat opvalt is de prettige manier waarop deze opvang is geregeld.

Om 17.00 uur heeft pater Dick nog een dienst in zijn parochie. We verstaan er geen woord van, de dienst is in het Swahili, maar het koortje is geweldig. 

 

Samen met Dick Zwarthoed naar Ruashi met vele malachiet bewerkers  |  Voetballende straatkinderen van Bakanja Centre, Magone en Cité des Jeunes

 

Zaterdag 19 juni 2010

Ons verblijf hier komt ten einde. Vandaag, zaterdag, hebben we nog de mogelijkheid om wat aankopen te doen. Samen met pater Dick Zwarthoed rijden we naar de Ruashi. Ruashi is een wijk van de stad waar met name de malachiet bewerkers wonen. Malachiet is een gesteente die voornamelijk bestaat uit koperoxide en van deze steen maken ze hier kettingen, kleine beeldjes en allerlei andere dingen. Er worden keuzes gemaakt, stevig onderhandeld en wat later gaan beide partijen tevreden uit elkaar. Op onze terugweg stoppen we nog even bij Maison des Jeunes. Dat is een verkleinde uitgave van Cité des Jeunes maar dan midden in de stad. Ook een van de huizen van mama Marguerite.

Na de middag speelt Nederland een voetbalwedstrijd en Ben en Jan willen die graag zien. Na de wedstrijd lopen we samen nog naar de Cordonnerie du Peuple. Eerder hebben we daar al een bezoek gebracht maar Johan heeft de werkplaats nog niet gezien en een van de jongens was toen niet aanwezig.

Een hartelijk weerzien. De jongens zijn fanatiek en creatief. Ze moeten werken met minimale middelen. Ze kopen leren kleding op de plaatselijke markt en maken daar schoenen en slippers van. Het levert mooie schoenen op met slangenprints en dergelijke, maar het leer van de kleding is eigenlijk niet geschikt voor schoenen. Verder maken ze aan de schoenen enorme spitse punten. Dat is hip op dit moment en ze zien goed wat de markt vraagt.

Op uitnodiging lopen we samen naar het huis van Tsjombo, ook een van de eerste schoenmakers. Hij is getrouwd en heeft 3 kinderen. In het huis is het ons niet helemaal duidelijk hoe het allemaal in elkaar zit. We ontmoeten ook zijn schoonmoeder en zwager. Vermoedelijk wonen zij allemaal in dat kleine huisje.

Onze schoenmakers hebben (tot nu toe) een redelijk aantal kinderen. Ngalu heeft er 4, Tsjombo heeft er 3. Automatisch denken we daarbij aan een anekdote van pater Dick. Een van de mannen in zijn parochie kwam zijn beklag doen. Zijn vrouw was juist bevallen van een tweeling en hij had nu 9 kinderen. Een enorme verantwoording. Tegen de wens van Rome in gaf pater Dick aan dat 9 kinderen misschien wel voldoende was. De man citeerde Genesis hoofdstuk 9 vers 1; Toen zegende God Noach en zijn zonen, hij zei tegen hen: "Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde". Pater Dick gaf aan dat de uitspraak juist was maar dat deze niet alleen voor hem bedoeld was!

Zondag 20 juni 2010

Een herhaling van zetten. ’s Morgens vroeg met veel plezier naar de kerk, daarna ontbijt op Cité des Jeunes. Op verzoek van Ben gaat pater Michel daarna met ons nog een keer op ‘safari’ buiten de stad. Door zijn darmproblemen heeft Ben dit uitstapje eerder gemist en pater Michel heeft geen enkele moeite om eens een route te rijden om Ben kennis te laten maken met het echte Congo in een echte Landrover. Jan en Johan hebben dit al eens meegemaakt en passen voor dit ritje. Pater Michel brengt ons ‘op het slechte pad’. Hij heeft er schik in. In Nederland heeft Ben wat rugproblemen maar hier in Congo heeft hij door de dagelijkse therapie in de jeep weinig last. De rest van de dag bereiden we ons voor op het vertrek van morgen.

We kijken terug op een fantastisch verblijf bij deze paters en broeders Salésianen. De ontvangst was hartelijk en het verblijf prima en goed verzorgd. We hebben voldoende gezien van het werk waar zij mee bezig zijn. Het werk dat zij hier reeds decennia doen en de manier waarop dwingt een enorm respect af. Het is terecht dat Mutoto.nl, dat is ontstaan uit het particulier initiatief van Rien, doorgaat om dit werk hier daar waar mogelijk te blijven ondersteunen.

 

Tijdens kamp helpen kinderen bij gereedmaken maaltijd  |  Stenenpers en stapels vervaardige stenen  |  Fijn gehakt titoniaplanten vermengd met houtsnippers

 

Resumé

We kunnen vaststellen, dat er zowel bij Cité des Jeunes als bij de Werken van Mama Margerite in de voorgaande jaren veel goede initiatieven zijn genomen en dat er veel is gerealiseerd met de beperkte middelen die voor handen waren. Maar er zal veel inzet nodig zijn om in de komende jaren de bestaande activiteiten niet alleen in stand te houden, maar zeker om ze verder uit te bouwen. Er zijn voldoende mogelijkheden.

Een belangrijk vereiste hiervoor is een blijvende goede leiding. Het regelmatig (om de 3 of 6 jaar) overplaatsen van de directeuren (oversten van een communiteit van de Salésianen) naar een andere vestiging is hiervoor niet erg bevorderlijk. Inmiddels weten we dat de aangekondigde overplaatsing van Pater Eric naar een afgelegen post niet door gaat. Daar zijn we blij mee. Op dit moment is hij de spil waar op dit moment alles om draait.

Verder is het ons opgevallen dat bij de werken, waar vrouwen de leiding hebben, alles beter georganiseerd en onder controle is. Het lijkt ons dan ook goed om, ten behoeve van de continuïteit, Afrikaanse vrouwen op te leiden of aan te trekken, die bij de diverse werken kunnen worden ingezet. Er zijn al goede voorbeelden voor handen, zoals maison Helène.

Het belangrijkste doel van onze reis was om te bekijken welke projecten voor financiële ondersteuning door Mutoto.nl in aanmerking komen.
De volgende projecten hebben nu onze aandacht en zullen we nader moeten uitwerken:

 
1 Sport is ook hier een enorme positieve uitlaatklep. Het idee is ontstaan om een voetbalschool op te richten ten behoeve van de kinderen van Bakanja Centre, Magone en Cité des Jeunes. Daarvoor heeft men behoefte aan voetballen, voetbalschoenen, shirts en sportbroeken; mogelijk ook voorzieningen voor het geordend opbergen. Ook is voor het vervoer behoefte aan een taxibusje; van het hiervoor benodigde bedrag ontbreekt nog € 5000 Voetballende straatkinderen van Bakanja Centre, Magone en Cité des Jeunes Verslag van de reis Mutoto.nl naar de werken van Mama Marguerite in D.R.Congo Juni 2010.
2 Tijdens ons verblijf is er voor het eerst een kamp (3 dagen) georganiseerd voor de kinderen van de diverse werken. Het wordt ‘bewustmakingskamp’ genoemd. Naast ontspanning wordt dus ook aandacht besteed aan de vorming van de kinderen.
3 De stad Lubumbashi groeit explosief. Iedereen probeert een onderkomen te bouwen. Sommigen doen dat met gedroogde stenen, die echter te broos zijn. Anderen stapelen eerst deze gedroogde stenen op, dekken deze af, en stoken dan vervolgens gedurende 13 dagen een houtvuur onder deze stapel om de stenen enigszins te bakken. Het gebruik van hout hiervoor leidt tot een enorme ontbossing. (Ook voor het koken is al houtskool nodig, omdat er geen gas of elektriciteit is.) Er is nu een bepaald procédé ontwikkeld waarbij, door toevoeging van cement aan het mengsel, sterke stenen gemaakt worden waarvoor geen verhitting nodig is. Oud-leerlingen kunnen deze maken. Mogelijk kan aan hun, via een microkrediet, een startkapitaal verstrekt worden. De stenenpers en stapels vervaardigde stenen Tijdens het kamp helpen de kinderen bij het gereedmaken van het eten Verslag van de reis Mutoto.nl naar de werken van Mama Marguerite in D.R.Congo Juni 2010.
4 Het klimaat in deze streek is van dien aard dat men het gehele jaar door kan zaaien en oogsten. Er is behoefte aan meststoffen. Kunstmest moet geïmporteerd worden en is daardoor erg duur. Een universiteit in België doet nu onderzoek naar de vervaardiging van compost, waarbij gebruik gemaakt wordt van de titonia-planten (mexicaanse zonnebloem), die ter plaatse als onkruid volop aanwezig zijn. De planten worden fijn gehakt en vervolgens wordt daarvan ofwel een extract gemaakt ofwel wordt het gemengd met houtsnippers. Ook hiervoor kunnen mogelijk microkredieten verstrekt worden.
5 De schoenmakerij van Magone en de Cordonnerie du Peuple hebben behoefte aan aanvulling van enkele materialen en gereedschap.
6 Een peterschap. Peter of meter worden van een straatkind. Voor de meest elementaire behoeften voor een kind (voeding, hygiëne en onderwijs) heeft men ongeveer € 0,50 per dag nodig. Dit maakt 185 Euro per jaar.
7 Het sluitstuk van de werken van Mama Margarite vormt 'Foundation Maisha' (Maisha betekent: leven geven). Door vier leken onder leiding van een Salésiaan wordt aan de jongeren, die de vorming en opleiding binnen de werken van Mama Margarite hebben doorlopen, begeleiding geboden bij het zoeken naar werk. De jongeren moeten echter zichzelf bedruipen, onder andere door eigen landbouwactiviteiten. Enige financiële steun is echter welkom.