REISVERSLAG 2016
Reisverslag 2016 met foto's door Ger Baken
REISVERSLAG 25 JULI – 9 AUGUSTUS 2016
Mijn bezoek aan Les Ouvres Mamam Marguerithe in Kinshasa en Lubumbashi (D.R. Congo)
Desgevraagd voldoe ik graag aan het verzoek van het bestuur van Stichting Mutoto.nl om aan te geven wat voor mij het motief was om van 25 juli tot 9 augustus (op eigen kosten) mee te reizen naar Congo.
Daarnaast deed ik in twee weken veel indrukken op, die ik in een verslag zal trachten onder woorden te brengen.
DE AANLEIDING
Mijn heeroom, pater Jacques Baken, was 33 jaar als missionaris voor de Salesianen van Don Bosco werkzaam in Lubumbashi. De activiteiten van Mutoto lijken deels een voortzetting van de activiteiten van mijn oom. Graag vertel ik wat meer over hem.
Pater Jacques werd geboren 1917 in Bergeijk. Het Bergeijkse gezin Baken telde aanvankelijk 9 kinderen. Hiervan zijn er 2 al op jonge leeftijd overleden. Zoals in onze contreien destijds te doen gebruikelijk, was een van de kinderen voorbestemd om zuster of priester te worden. Philippus, een oudere broer van Jacques werd priester, maar overleed al in 1943 op 29-jarige leeftijd.
Jacques (ook wel Jaak genoemd) werd in 1948 priester gewijd en trad toe tot de Salesianen van Don Bosco in België. In 1950 vertrok hij naar de Congo. Een groot deel van zijn missietijd was hij werkzaam te Lubumbashi (toen nog: Elisabethville). Hij onderhield nauwe contacten met de familie Van Asperdt te Hapert, de oprichters van de Cité des Jeunes. In de spaarzame tijd dat hij terug was in Nederland, verbleef hij bij zijn zus in Bergeijk. In die tijd werden in Bergeijk ook acties opgezet om de lokale missionarissen financieel te steunen. Ook voor hem kwam men enkele malen in touw. Daardoor kon hij met een VW-kevertje de 'brousse' (jungle) in.
Ik zelf zat in die tijd op de middelbare school en schreef mijn heeroom in het Frans. Het was altijd een genoegen zijn retourbrieven (soms ook in het Frans) te lezen. Uitgebreid maakte hij gewag van de activiteiten zoals in de Cité des Jeunes en van de jongeren die hij mocht begeleiden. Hij dacht bij zijn correspondentie met het thuisfront ook aan de Bergeijkse postzegelverzamelaars: de enveloppen waren meestal ruim voorzien van kleurrijke postzegels.
De tijd in Congo was niet altijd even gemakkelijk. Lubumbashi is de hoofdstad van Katanga en dat kende roerige tijden. Veel (politieke) details kregen we van hem daarover echter nooit. Recentelijk las ik met grote belangstelling daarom de dikke Belgische bestseller 'Congo, een geschiedenis' van David van Reybroeck (een aanrader voor geïnteresseerden). Ook zijn gezondheid werkte niet altijd mee (malaria en hernia).
Toch herinner ik zijn positieve verhalen over zijn bezigheden en de voldoening die ze hem gaven. Zo was hij niet alleen leraar Engels en zette hij zich in voor de straatjeugd, maar nam hij ook de timmerwinkel onder zijn hoede en was hij dirigent van de fanfare van zijn Salesiaanse medebroeders.
Pater Jaak is gestorven op 24 december 1991 te Melsbroek (B) en begraven te Boortmeerbeek (B).
Pater Pol Feijen berichtte mij onlangs per E-mail: “Pater Jacques Baken heb ik nog heeeel goed gekend, maar we hebben wel nooit in dezelfde gemeenschap gewoond. Hij is een historisch figuur met zijn auto, een kevertje. Fijn dat er nog iemand komt kijken naar zijn levensverhaal.”
MAANDAG 25 JULI
Vertrekken we in alle vroegte uit Hapert. Naast Rien van der Vleuten en Ton Swinkels bestond het reisgezelschap uit Martijn van der Vleuten, Gerdy Moolenaar en ondergetekende. Deze keer wordt uit budgettaire overwegingen met Turkish Airways gevlogen. Een pater van Don Bosco overhandigt ons op vliegveld Zaventem in Brussel onze paspoorten met visa en geeft nog wat bagage voor Congo mee. Daarna vliegen we eerst naar Istanbul, waar juist 'het stof van de opstand was gedaald'. Vervolgens naar Kinshasa, waar père Pol Feijen (afkomstig uit Hechtel) ons opwacht. Hij heeft mijn heeroom gekend en weet nog e.e.a. over hem te vertellen.
DINSDAG 26 JULI
Gaan we met hem naar de cordonnerie (schoenmakerij) van Eric Djibenga. Deze jongeman heeft een bescheiden winkel waar hij schoenen maakt en repareert. Het loopt zeker nog geen storm, maar hij is terecht trots op wat hij al bereikt heeft. Hij gaat voor kwaliteit en zijn voorkeur gaat uit naar nieuw, modieus schoeisel. Tip van Rien is om misschien ook wat meer te gaan doen in het goedkopere genre (bijv. slippers) om de basisinkomsten op te voeren. De aandacht en de steun van Mutoto heeft het bedrijfje van Eric zeker perspectief gegeven. Bij een andere cordonnier is dat minder het geval. Die heeft bij de opzet van zijn zaakje wat meer begeleiding en discipline nodig.
Kinshasa is voor onze begrippen een ’avontuur’: broeierig, veel stof en smog, slechte weg, verkeerschaos. ’s Avonds terug op het Don Bosco complex gelukkig nog even een koel Simba-biertje nuttigen (voor Rien een Fanta).
Père Pol blijkt te beschikken over een gitaar en ik word uitgenodigd wat te spelen. Pol is geroerd door het liedje 'Prendre un enfant par la main' van de Franse zanger Yves Duteil. Pol verheft het ter plekke tot lijflied van Don Bosco en draagt ons op het samen de avond erna, op een bijeenkomst ter gelegenheid van twee jarigen (Nestor en Benoit), ook ten gehore te brengen ... Dat gebeurt de dag daarna inderdaad voor een ongeveer 50-koppig Franstalig publiek. De bijdrage van 'les Hollandais' wordt zeer op prijs gesteld.
WOENSDAG 27 JULI
Bezichtigen we het Don Bosco complex te Kinshasa. Het gaat vooral om opleidingen in allerlei disciplines. Hoewel het schoolvakantie is, krijgen we een goede indruk van wat er zoal gebeurt. We zien o.a. de timmerwerkplaats, een schrijnwerkerij, een metaalwerkplaats. Hier worden jongeren de grondbeginselen van de diverse beroepen bijgebracht. Nog lang geen west-europees niveau, maar al veel beter dan enkele jaren geleden.
De schoolvakanties worden overigens in belangrijke mate besteed aan voetbal. Elke dag is er wel training of een toernooi op velden bestaand uit stof en zand en geen sprietje gras. Vaak spelen de jongens op blote voeten. Er zitten talenten tussen. Zo is Belgisch international Lukaku misschien ook begonnen? Pol toont ook aan dat er op Don Bosco ook goede muzikanten zitten. Twee jongens zingen en spelen voor ons op gitaar en bongo Congolese muziek.
Martijn van der Vleuten heeft medische apparatuur meegebracht en die wordt aan verpleegster Judith gegeven en uitgelegd. Die donatie zal een goede bestemming gaan krijgen.
Van slapen komt in Kinshasa niet veel. Naast het Don Bosco-complex ligt een rouwcentrum waar tot ca. 4 uur in de morgen luidruchtig muziek en gezang voor de overledene wordt geproduceerd.
Bezichtigen van de diverse opleidingen in Kinshasa |
DONDERDAG 28 JULI
Bezoek aan een klein bejaardencomplex. Goed opgezet en voorziet zeker in een behoefte. Circa 10 permanente bewoners. Maar de kokkin zorgt voor warm eten voor 45 mensen. Een goed initiatief dat verdere steun verdient.
Bezoek bejaardencomplex waarin ongeveer 10 permanente bewoners verblijven |
’s Middags bezoeken we een project dat door de Damiaan Stichting is opgepakt. Belgen afkomstig uit dorpen in de Belgische Kempen, net bij ons de grens over, werken er enkele weken aan het restaureren en opknappen van een soort EHBO-post. Het project is bijna gereed en enkele jonge meisjes delen hun ervaringen met ons.
Het is heel hard werken, morgen is de officiële opening ... en dat in die hitte |
VRIJDAG 29 JULI
Vertrekken we naar Lubumbashi. Een binnenlandse vlucht van grofweg 2.000 km met Congo Air. Controle na controle en overal wordt geld voor gevraagd.
De stad ziet er op het eerste oog wat verzorgder uit. Als we uit het centrum rijden wordt het slechter. Open riolen, stof en uitlaatgassen. Verkeer hier ook chaotisch. Bijna alles is Toyota wat er rondrijdt. Er wordt wel jaarlijks gekeurd, maar waar dan precies naar gekeken wordt is mij een raadsel. Veel auto’s en busjes missen (in onze ogen) essentiële onderdelen. Maar weinig auto’s hebben goed werkende verlichting, terwijl ’s avonds straatverlichting ontbreekt. In veel busjes worden ruim 30 mensen gepropt. Kortom ook hier chaos troef.
We worden gehuisvest op het Cité des Jeunes-complex. ’s Avonds even wennen. Het is vroeg donker. Rond half 10 geen elektriciteit meer en ook geen water. Vaak ook geen WiFi meer en dus contact met het thuisfront alleen per sms. ’s Avonds spreken we père Dick Zwarthoed (jawel, uit Volendam). Ook hij heeft mijn heeroom goed gekend, al is dat jaren geleden.
ZATERDAG 30 JULI
Verkennen we het complex van Cité des Jeunes in Lubumbashi. Voor opleiding van jongeren is er een groentekwekerij, groentewinkel, garage/autoherstel, metaalbedrijf, meubelmakerij, enz. Het is er allemaal; opleiding globaal 3 jaar; daarna volgt loondienst of zelfstandig ondernemerschap. De leidinggevende/docent van het onderdeel legt ons uit wat er gebeurt. De leerlingen zelf ontbreken i.v.m. vakantie. Wel wordt er ook hier druk gevoetbald!
Het verbouwen, oogsten, wassen en verkopen van de groente op Cité des Jeunes |
Het terrein rondom Cité des Jeunes |
ZONDAG 31 JULI
Wat een dag! ’s Morgens vroeg achter op brommers met zijn vijven naar Kasungami. Daar in een bomvolle kerk de H. Mis bijgewoond. Een marathonzitting van vier (4!) uur met een mis, geweldige muziek en zang, en toediening van het vormsel aan een twintigtal jongeren. De bisschop en een gouverneur van Katanga met zijn minister zijn aanwezig. Als klapstuk bieden inwoners van de gemeenschap aan de bisschop geschenken aan. De enveloppen met geld worden bij de bisschop verzameld, maar er is meer: zakken meel, olie, kippen en geiten. Alles komt in de kerk voorbij. De kerkgangers zijn prachtig uitgedost. Een happening die we niet gauw zullen vergeten!
We worden achter op brommers teruggebracht naar de Cité des Jeunes. Ik voel me gezandstraald.
Een echt avontuur achterop de brommers | De Heilige Mis in de kerk van Kasungami | De dienst wordt gedaan door de bisschop |
Vol trots wordt een baby getoond aan de bisschop | Tijdens de dienst doen een aantal jongeren hun vormsel | Sjaak Swinnen |
Lege stoelen voor in de kerk voor het hoog bezoek | Ook de misdinaars gaan swingend door de kerk | Na afloop van de mis buiten de kerk |
’s Middags worden we verwacht in een ziekenhuis in Lubumbashi, waar de Spanjaard Alexandre (92), Etienne (deels verlamd door herseninfarct) en Manu verblijven. De twee laatstgenoemden kenden mijn heeroom. Het is een proper ziekenhuis, mede door toedoen van Manu. Hij is daar pastoor, maar houdt zich ook bezig met de opvang van jeugdigen, voor wie hij (een deel van) het schoolgeld betaalt. Hij wordt hierbij gesteund door Mutoto.
MAANDAG 1 AUGUSTUS
Is ter plaatse een soort Allerheiligen. We gaan terug naar Kasungami naar père Sjaak Swinnen (uit Beek, Limburg) en père Louis van Dijk (uit Wuustwezel). Beiden kenden mijn oom Jacques goed en kennen nog anecdotes over hem. Sjaak leidt ons rond in zijn leefgemeenschap en 'zijn' kerk, tegenover zijn en Louis’ woning. Hij is wat pessimistisch over de toekomst. Er wordt gestolen en de mensen denken maar één dag vooruit.
Na de middag (met een soepje en door pater Sjaak gebakken friet) bezoeken we 'Soeur Emmanuelle', opvang van kinderen in particulier gezin.
De dag na de dienst zijn dames druk in de weer om alles weer op te ruimen | Bakken van stenen | De drogist |
DINSDAG 2 AUGUSTUS
Beginnen we met een bezoek aan Magone. Vooral de schoenmakerij heeft onze belangstelling. Die loopt nog niet naar wens. De leervoorraad is niet op orde en de machines werken niet goed. Rien besluit op een later tijdstip terug te gaan om het noodzakelijke te herstellen.
Op Bakanja Centre zijn ondanks de vakantie veel kinderen die spelen en zingen en overnachten onder leiding van stagiaires o.a. uit België. Het plezier straalt er vanaf en we zijn van harte welkom.
Na de middag worden we door pater Eric Meert opgehaald. Hij is al heel lang in Congo en kende ook pater Jacques Baken. Hij leidt in Lubumbashi een opvangcentrum voor kinderen, vooral jongens, die op enigerlei wijze op straat zijn beland. Dat kan allerlei oorzaken hebben. Zo komt verdenking van hekserij als reden van op straat belanden nog steeds voor. Pater Eric vertelt schrijnende gevallen. Hij tracht ouders en kind weer tot elkaar te brengen. Zolang dat niet lukt zorgt hij in Lubumbashi voor
onderdak, voedsel en vertier. Ook maakt hij schoolbezoek mogelijk, echter steeds via een deelbetaling van schoolgeld. De ouders moeten ook meebetalen.
De container met de leervoorraad | Slaapvertrekken | Keuken |
WOENSDAG 3 AUGUSTUS
Mijn heeroom was in zijn tijd actief in Kafubu. Hier gaan we op woensdag 3 augustus naar toe. Voor mijn gevoel het einde van de wereld. Wat moet dat 25 à 30 jaar geleden geweest zijn … Père Dick Zwarthoed zit aan het stuur van de Toyota Landcruiser en hij zou bij ons in een cross country rit geen slecht figuur slaan. We bezichtigen de plaatsen waar mijn heeroom woonde en werkte. Even buiten het dorp ligt de begraafplaats van alle Salesianen uit de regio. Midden op het kerkhof vinden we een zuil met metalen plaatjes met daarop de namen van Salesianen die ter plekke werkten maar daar niet stierven (maar bijv. op de procuur in Boortmeerbeek). De namen van Jacques Baken en Frans van Asperdt staan er ook bij.
Later op de dag bezoeken we nog twee opleidingscentra van Don Bosco in de buurt.
Aan het eind van de middag gaan we nog naar Bakanja Ville in het centrum van Lubumbashi, naar père Eric. Op de procuur van Don Bosco maken we kennis met stagiaire Benedictine uit Lille (Rijssel). Samen met père Eric en enkele medewerkers runnen zij een productiebedrijfje in confitures en pindakaas. De handel komt steeds beter van de grond. Men zit verlegen om potten en deksels. Rien meldt dat een grote partij in Nederland ingezamelde potten en deksels onderweg is.
Voor de deur van de kamer van mijn heeroom in Kafubu | Prachtige oude foto's aan de muur | De kerk van Kafubu |
DONDERDAG 4 AUGUSTUS
Omdat het thuisfront geïnteresseerd is in malachiet en koperen armbandjes gaan we donderdag 4 augustusnaar Ruashi. Daar is een markthal met vooral kettingen en armbanden van grondstoffen die ter plaatse gewonnen worden.
’s Middags gaan we met père Dick naar twee woongebiedjes. Bij het eerste is met door hem ingebrachte middelen een kerk gebouwd en daarna verrezen een schooltje en woningen. Deze zijn gebouwd met zelf gebakken stenen. Een snel groeiend dorpje met enthousiaste mensen.
In Jakaranda bezoeken we een proefboerderij met ondanks de vakantie diverse leerlingen. Opvallend waren de zwartbonte koeien. Er wordt yoghurt vervaardigd. Ook zijn er plassen waarin tilapia wordt gekweekt. Op het complex bevindt zich een door een derde gefinancierd voormalig restaurant. Dit werd een mislukking en het gebouw doet thans dienst als slaapplaats voor jongeren.
VRIJDAG 5 AUGUSTUS
Herstelt Rien provisorisch een machine in de cordonnerie. Jammer dat zulke zaken niet direct door de betrokkenen zelf (kunnen) worden opgepakt.
Na de middag bezoeken we een pas afgebouwd schooltje, waar meubilair in gebruik is, dat Rien op de Mariaschool in Bladel op de kop tikte. Het geheel ziet er goed uit.
Tenslotte een autorit naar de andere kant van de stad Lubumbashi. Twee jaar geleden woonde Rien een repetitie van een lokale harmonie bij en zegde daarbij toe voor een goed werkende trompet te zullen zorgen. Die hadden we nu bij ons maar de betrokken muzikant was afwezig. ’s Anderendaags meldde hij zich op de Cité de Jeunes, waar hij 4 uur op ons wachtte (!). Daarna bracht hij alsnog het nummer Marina van Rocco Granata ten gehore. Aandoenlijk!
De voorraad | Herstellen van machines door Rien | Werken in de tuin van Magone |
ZATERDAG 6 AUGUSTUS
We gaan mama Pauline begeleiden naar een centrum met 'oudjes' in Lubumbashi. Mama Pauline is een soort 'Moeder Theresa' die gevangenen en hulpbehoevende ouderen voorziet van voedsel. We verzamelen bij de groentewinkel van Cité des Jeunes diverse groenten en in de stad kopen we een aantal zakken meel. Onze chauffeur is de jonge student Filosofie Fabrice Sulu. Hij en ik rijden samen naar de procuur om daar wat Euro’s in te wisselen tegen Congolese francs. Die stoppen we later de oudjes toe. Fabrice blijkt niets te weten van de recente Congolese politiek. Ik heb hem beloofd het boek “Congo” van David van Reijbroeck toe te sturen …
Na de middag wandelen we door de wijk Kenya met begeleiding van iemand van de cordonnerie die de wijk goed kent. Het is er druk en er hangt een dreigende sfeer. Echt een plek om – zeker als blanke – op je hoede te zijn.
Tenslotte gaan we met Manu naar zijn project Avenir des Jeunes. Thuisloze jongeren probeert hij in gezinnen onder te brengen. Verder tracht hij ze op scholen onder te brengen mede door een deel van het schoolgeld te betalen (voor zover zijn budget dat toelaat).
Op onze laatste avond worden we op Cité de Jeunes bedankt voor ons bezoek en onze belangstelling. Onzerzijds danken wij voor degastvrijheid en vooral ook voor het – in de geest van Don Bosco – goede werk dat verzet wordt voor jongeren.
ZATERDAG 7 AUGUSTUS
We vliegen terug naar Kinshasa en maandagavond 8 augustus met Turkish Airways van Kinshasa, via Gabon en Istanbul naar Brussel. Taxi AAD staat ons daar dinsdagmiddag 9 augustus op te wachten om ons naar Hapert te rijden.
Al met al een enerverende reis waarin we veel hebben gezien van de projecten waarbij Mutoto was en is betrokken. Als ik zou moeten samenvatten en 'highlights' zou moeten noemen, zouden het de volgende zijn:
1 | Congo is groot en wij zagen maar een fractie, t.w. de (buitenwijken van de) steden Kinshasa en Lubumbashi en dorpjes in de naaste omgeving. Het is als West-Europeaan even wennen, om maar niet te spreken van een cultuurshock. Chaotisch verkeer, luchtverontreiniging door uitlaatgassen en stof, open riolen, slecht wegdek, kleine en bouwvallige woningen en winkels, stroom en water vallen geregeld uit, enz. |
2 | Het land heeft een bewogen politieke geschiedenis. Van de grote rijkdom aan bodemschatten heeft de eigen bevolking helaas maar heel weinig kunnen profiteren. Er is armoe en bijgeloof. |
3 | In het begin van de 20e eeuw hebben de paters Salesianen van Don Bosco zich o.a. in Congo gevestigd. In navolging van Don Bosco hebben zij zich vooral het lot aangetrokken van jongeren. Die hebben dit nodig: de overheid neemt haar taak op dit gebied nl. niet serieus. |
4 | We bezochten diverse door Don Bosco opgezette centra. In de meeste zijn nog blanke paters Salesianen actief, afkomstig uit België of Nederland. Zij zijn op leeftijd en een “uitstervend ras”. Zij gaan door, want in het thuisland kennen zij niemand meer en het bejaardenhuis in Boortmeerbeek vinden ze vaak geen optie. Deze paters zijn erg belangrijk voor de aansturing van de centra en organisatie van hulp. Zij zorgen dat hulp in welke vorm dan ook op het juiste tijdstip en bij de juiste mensen terecht komt. |
5 | Stichting Mutoto werkt nauw samen met Don Bosco en de genoemde paters. De hulp wordt zeer gewaardeerd door de mensen die in aanmerking komen en de paters die voor distributie zorgen. |
6 | Corruptie is in Congo gemeengoed. De paters zien daarom scherp toe op correcte hulpverlening. Ook vanuit Mutoto is het goed zich periodiek ter plekke op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen. Er wordt daarnaast regelmatig gecorrespondeerd met de paters. |
7 | Een ontwikkeling in een goede richting moet vooral komen van jongeren. De hulp van Mutoto lijkt een druppel op een gloeiende plaat. Wij stelden echter vast dat met de steun heel veel jongeren bereikt worden, zowel thuisloze als talentvolle. De hulp van de stichting komt goed terecht. De paters en hun projecten verdienen onze steun! |
Ger Baken
'PRENDRE UN ENFANT PAR LA MAIN' MET FOTO IMPRESSIE VAN DE REIS |
|
|