Reisverslag 2005
REISVERSLAG CITÉ DES JEUNES 2005
Zondag 13 februari 2005
Annie en ik zijn gisteren prima hier naar toe gereisd. Hewa Bora heeft zich nu al vaker bewezen een betrouwbare partner voor Congo reizen te zijn. Via een tussenstop in Kinshasa landen we ’s avonds om 23.00 uur in Lubumbashi. Raymond de Block, een gepensioneerde werknemer van de Belgische ambassade die nog veel hand en spandiensten verricht voor de paters, staat ons voor de douane al op te wachten. Alles wordt in het werk gesteld om onze koffers ongeopend langs de douane te krijgen. Wij reizen met ruim 100 kg aan bagage en u kunt van mij aannemen dat dit niet het gewicht is van de kleding die we bij ons hebben. Als de douane onze koffers zou openen krijgen we zeker te maken met importbeperkingen en invoerrechten. De in beslag genomen goederen als kaas, chocolade, knuffels en andere zaken krijgen dan zeker een heel andere bestemming.
De invloed van de familie van Asperdt uit Hapert is ook goed merkbaar. Zij zijn zeer goed bevriend met het echtpaar Kaseba, de burgemeester van de stad Lubumbashi. Ook deze heeft een van zijn medewerkers gestuurd om er ook voor te zorgen dat wij zonder problemen door de douane komen. En zo geschied. Na de douane staan pater Eric en pater Manu samen met enkele leerlingen van de schoenmakerij op ons te wachten. Een hartelijk weerzien. Daarna vertrekken we naar Cité des Jeunes voor een welverdiende nachtrust.
Maandag 14 februari 2005
Na een kort onderhoud met de paters op Cité des Jeunes vertrekken we naar de schoenmakerij op Magone. Deze is enkele maanden geleden getroffen door een brand. Een kortsluiting in het plafond was daar verantwoordelijk voor. Vanaf het moment van ontdekking is alles in het werk gesteld om zoveel mogelijk materialen en machines veilig te stellen. Het magazijn dat mijn broer Ton en ik in 2002 hebben ingericht grenst aan de werkplaats waar de brand begonnen was. Omdat ze bang waren dat het vuur zou overslaan hebben ze dit in allerijl uitgeruimd. Duizenden zaken zijn in een kort tempo eruit getrokken. Gelukkig is het magazijn gespaard gebleven maar u begrijpt wel dat dit niet zo maar weer op orde is.
De prioriteit lag in eerste instantie bij de schoenmakerij. De schade is hersteld om zo snel mogelijk weer les te kunnen geven. Een aantal zaken zijn al weer terug in het magazijn maar veel van de voorraad en machines staat nog buiten in een container. Morgen ga ik daar als eerste eens naar kijken. In deze container staan ook nog materialen en machines die juist aangekomen zijn.
In totaal hebben we nu veel machines hier naar toegebracht. In eerste instantie waren we blij met elke machine die we kregen maar later hebben we nog betere (mooiere) machines gekregen zodat we nu een keuze kunnen maken. Pater Manu heeft al een (oudere) schuurmachine en reparatiestikmachine geleverd aan een ander project die aan het opstarten zijn.
Namiddag gaan we op bezoek bij de oud-leerlingen van Magone die samen een schoenmakercollectief gestart zijn. Gelegen aan een drukke route hebben zij een ruimte gehuurd. Zij repareren schoenen maar maken ook een klein stukje produktie voor Magone. Pater Manu voorziet hun van dit werk zodat zij zeker in eigen onderhoud kunnen voorzien maar ook omdat de schoenmakerij op Magone zich dan volledig kan richten op opleiden. Verder koopt Manu elk goed afgewerkt paar schoenen op om te verkopen in het winkeltje op Magone.
De ruimte die ze huren is niet groot en ze werken daar nu met 5 personen. De jongens zijn nu zo’n 23 jaar en twee van hen zijn inmiddels ook net vader geworden. Toe nu toe gaat alles goed maar op termijn worden toch problemen verwacht. Eerdere ervaringen hebben geleerd dat zo gauw er dames in het spel komen de solidariteit afneemt. Pater Manu wil dit ondervangen door op termijn deze jongens te splitsen. Een van de jongens, Ngalu, werkt nu al voor halve dagen in de schoenmakerij op Magone en met zeer veel succes. Eerder heb ik al eens aangegeven dat de pedagogische kwaliteiten van de huidige leraar Floribert zwaar te wensen overlaat. Hij is absoluut vakman maar beschikt niet over de kwaliteiten om dit over te dragen.
Het is de bedoeling van pater Manu om op termijn nog een tweede schoenmakerscollectief te vestigen en een van deze oud-leerlingen daar naar toe te verplaatsen. Nieuwe schoolverlaters kunnen dan eerst een aantal jaren in een van deze schoenmakerscollectieven gaan werken om ervaring op te doen.
Dinsdag 15 februari 2005
Vandaag ben ik op Magone begonnen met het inventariseren van de machines. Tijdens de brand is de complete inventaris naar buiten getrokken en veel van de machines staan nu nog in containers samen met nog andere machines die later zijn aangekomen. De trots van de schoenmakerij was een gereviseerde Hardo machine geschonken door machinehandel Jos America uit Vlijmen. Helaas is deze ook door de brand getroffen. Uiterlijk ziet de machine er nog prima uit maar door de hitte is de koperen bedrading in de motor gesmolten. Gelukkig kunnen ze deze nog wel maken.
We hebben veel machines, we kunnen kiezen. Het heeft geen nut al deze machines in de werkplaats neer te zetten. In overleg met Manu kiezen we twee machines uit voor in de werkplaats de andere machines gaan we tijdelijk opslaan in een van de containers. Ik maak foto’s van alle machines zodat we later precies weten wat we voor handen hebben. Deze machines gaan we gebruiken voor het opstarten van een tweede schoenmakerij of mogelijk in de toekomst in bruikleen geven aan een van de jongens die er voor kiest zelfstandig door te gaan.
Tijdens een gesprek met pater Manu later in de middag geeft hij aan dat het voor hem moeilijk is om alle lopende werken van de leerlingen in opleiding te begeleiden. De algemene mentaliteit in Congo is zodanig dat indien de aandacht van bovenaf verslapt ook de animo van de leerlingen terugloopt. Ze moeten steeds gecoacht worden om “het vuur” brandende te houden. Helaas voor pater Manu geldt deze mentaliteit ook voor de mentoren (=leraren) die de diverse projecten begeleiden. Zodra de controle van bovenaf verslapt gaan ze een eigen leven leiden. Als voorbeeld noemt hij de dagelijkse opbrengst van zijn kippen.
Pater Manu constateerde op een gegeven moment dat zijn kippen op de “dag des heren” geen eieren legden. Niet dat deze kippen op die dag naar de kerk moesten maar het simpele feit dat de zondag voor een ieder een vrije dag was en dus ook de controle minder was, had een van de verantwoordelijken doen besluiten dat de opbrengst van die dag voor hem was.
Woensdag 16 februari 2005
We zitten hier nu nog in het regenseizoen. Van de familie van Asperdt uit Hapert hebben we vernomen dat de regen die hier valt enorm moet zijn. Gigantische regenbuien die gepaard gaan met heftig onweer en een bliksem die in Nederland geen gelijk kent. Wegen die veranderen in rivieren zo’n spektakel dat moet fantastisch zijn. We hadden er al naar uitgekeken om dat een keer mee te maken en wat denk je? Helemaal niks! We zijn nu drie dagen hier en nog geen drup water gezien. Misschien zijn we te ongeduldig. Het verschil met vorige bezoeken zit hem met name in de natuur. Het is nu veel groener omdat we tijdens de andere bezoeken in de winter hier waren. Vandaag hebben we in Magone verder gewerkt aan verschillende zaken. Annie is begonnen in het magazijn. Iedereen die Annie kent weet als geen ander dat haar handen jeuken als er iets op te ruimen valt. Toch is het niet de bedoeling om dit soort zaken te blijven doen. Met name het feit dat Annie nu ook hier is geeft dit bezoek toch wel een ander karakter. We zullen de komende dagen zeker proberen om hier verschillende andere indrukken op te doen.
Donderdag 17 februari 2005
Voormiddag heb ik in eerste instantie op het kantoor van pater Etienne wat onderricht gegeven in het rekenprogramma microsoft Excel. Diegene van u die dit programma kent weet dat dit een fantastisch programma is in een land waar men met drie verschillende valuta werkt. De dollar de Euro en de Congolese frank. Met het zweet in zijn handen stond pater Etienne erbij bang dat er per ongeluk belangrijke informatie uit zijn computer zou verdwijnen. Het werd pas echt spannend toen ik het “bureaublad” van zijn computer had opgeruimd. In een keer stonden icoontjes niet meer op de plaats waar ze altijd gestaan hadden en dat was dus paniek. Uiteindelijk is toch alles goed gekomen. Het had allemaal gekund in de helft van de tijd maar helaas heeft de computer van Etienne de Congolese mentaliteit. Een bekende uitspraak hier in Congo is “Jullie hebben een horloge, maar wij hebben de tijd!”
Daarna ben ik samen met Annie enkele ambachten hier op Cité de Jeunes gaan bezoeken. De garage, de metselaars, de meubelmakerij en de landbouw. De andere vakken komen later nog eens aan de beurt. Ik heb een fantastisch fototoestel mogen lenen van mijn broer Ton en daarmee kan ik mooie foto’s maken die we later voor promotionele doeleinden kunnen gebruiken.
Namiddag aan het werk op Magone. Toch waren we al snel klaar. Een stroomstoring vanuit de stad legt heel het werk stil met als gevolg dat alle werkzaamheden vervroegd stopten.
Op de terugweg hebben we even staan kijken bij de enige basketbalclub van Congo die speelt met shirtreclame. Fantastisch om deze jongens zo’n spel te zien spelen in hun blauwe shirtjes met aan de ene zijde Schoenfabriek van Cromvoirt en aan de andere zijde Schoenhandel van der Vleuten. Deze shirtjes hebben we destijds in Nederland laten drukken en tijdens een vorig bezoek hier mee naar toegenomen.
’s Avonds ontmoeten we tijdens de maaltijd weer pater Eric. Hij is o.a. verantwoordelijk voor het project Bakanja Ville. Het vluchthuis in de stad waar we zeker nog een keer gaan kijken. Na het eten praten we even bij. Het doet goed om van pater Eric te horen dat het aantal straatkinderen in de stad de laatste tijd min of meer stabiel is. Dat betekent dat er geen ongebreidelde groei meer inzit en de aantallen stabiliseren. Met name de eerste doelstelling die er op gericht is om deze kinderen terug in het gezin te plaatsen werpt zijn vruchten af. Het afgelopen jaar zijn zo’n 350 kinderen terug in de familie geplaatst. Sociaal werkers blijven controleren of deze kinderen inderdaad weer opgenomen worden in het gezin. Op deze manier is er alle hulp voor diegene die dat ook echt nodig hebben.
Vrijdag 18 februari 2005
Eerder heb ik al aangegeven dat dit bezoek minder gericht is op het werk. Ik ben nu hier met Annie en ik wil haar ook kennis laten maken met de diverse werken rondom de stad Lubumbashi. Vanmorgen zijn we met broeder Michelle op bezoek geweest bij een huis nabij Cité des Jeunes genaamd 'la Providence'. Van oorsprong is dit huis gestart voor de ondervoede kinderen.
Hier zien we een van de eerste werken waar meisjes in opleiding zijn. Al vaak heb ik de opmerking gekregen dat het alleen gaat om jongens en de reden daarvoor is simpel. Op Cité des Jeunes houden de paters zich bezig met jongens en zo zijn er op andere plaatsen ook zusters die zich bekommeren om de meisjes. La Providence is hier een voorbeeld van. We zien hier naaimachines, patronen en lappen stof. Hier worden ze onderricht als coupeuse. Alleen vandaag treffen we hier ook een twintigtal oudjes aan. Deze oudjes hebben niemand waar ze op terug kunnen vallen en mogen hier op de vrijdag een warme maaltijd gebruiken. Het eten hiervoor komt van Cité des Jeunes.
Namiddag hebben we een afspraak met Raymond de Block. We ontmoeten zijn vrouw Brigitte en zijn 4 stiefkinderen. Raymond heeft ons eerder al toegezegd met ons een en ander te ondernemen. Niet dat hier toeristische attracties zijn maar een stukje omgeving verkennen en om de wetenswaardig van het land en de mensen te leren kennen. We hebben nu een afspraak staan voor dinsdag.
Vanavond bezoeken we Bakanja Ville. Ik zal hier niet al te veel over uitwijden daarvoor wil ik u graag verwijzen naar eerdere reisverslagen. Hier ligt de oorsprong van het werk. Hartverscheurend is het om te zien hoe deze kinderen aan hun lot zijn overgelaten. Dat iemand op een bepaalde leeftijd er voor kiest zijn eigen gang te gaan daar kan ik me alles bij voorstellen. Maar dat zulke kleine kinderen (vanaf 4 jaar) om economische redenen of door tovenarij op straat komen, is mijns inziens onaanvaardbaar.
Hartverwarmend is het om te zien hoe met name pater Eric bij deze kinderen betrokken is en hoe hij met deze kinderen omgaat. Deze kinderen voelen haarfijn aan wie het goed met hun voor heeft en voor die persoon gaan ze door het vuur. Als voorbeeld vertelt pater Manu dat hij in de stad eens aangehouden werd door de politie. Per definitie willen die gewoon vervelen en proberen middels een verzonnen boete hun salaris aan te vullen. In no-time zat de jeep van pater Manu vol met straatkinderen. De agenten voelden zich daardoor zo bedreigd dat ze hem verder met rust lieten.
Mooi om te zien dat door de aankoop van het ernaast gelegen huis Bakanja Ville flink is uitgebreid. Pater Eric woont hier nu permanent.
Zaterdag 19 februari 2005
Vandaag wordt er in de schoenmakerij maar gewerkt tot 12.00 uur. Daarna begint ook voor de jongens het weekend. Veel van deze 'vrije' tijd gebruiken de jongens om andere werkzaamheden voor de paters te doen. De uren die zij extra werken kunnen zij 'sparen' om daarmee uiteindelijk materiele zaken te 'kopen' als (sport)kleding, zeep schoolspullen en schoenen.
Er is vanuit de stad gebeld dat madame Kaseba, de vrouw van de burgemeester, ons om 15.00 uur wil ontmoeten. Een hartelijke weerzien met een vrouw die samen met haar man de projecten van de paters een warm hart toedraagt. Niet slecht dus om zulke contacten te koesteren. Al met al neemt ze veel tijd voor ons. Ook neemt ze nog een kijkje in de “winkel” van Magone waar alle zaken die Magone maakt en verbouwt te koop aangeboden worden. Ze koopt een aantal zaken en vertrekt 1½ uur later.
Samen met pater Manu en een sociaal assistente madame Yvette brengen we daarna een bezoekje aan een typisch Congolees gezin in een van de Cite’s. Een groot gezin in een lemen huisje met een zinken dak, ongelooflijk sober. Geen water en geen elektriciteit en een vloer van platgetrapte aarde. Het water moet elke dag gehaald worden uit een pomp enkele kilometers verderop en dient voor de was, het koken maar ook om zichzelf te wassen. Wat verder opvalt zijn enorm veel jonge kinderen in deze wijk. Pater Manu vertelt ons daarop dat 75% van de bevolking van Congo jonger is dan 25 jaar!
Vanavond rommelt het buiten wat en heel voorzichtig valt er wat regen maar dat is nog niet voldoende. Pater Manu maakt zich zorgen. Als er niet snel meer regen valt zullen op veel plaatsen de (mais) oogsten mislukken en dat betekent voor velen honger.
Zondag 20 februari 2005
Helaas is er vannacht maar 3 mm regen gevallen. Nog geen sterke verhalen dus. De paters bevestigen ook dat dit zeer uitzonderlijk is.
Volgens goed Brabants gebruik op zondag eerst naar de kerk. Om 7.30 uur zitten we in de aula van Cité des Jeunes die vandaag dienst doet als kerk. Ik heb al enkele van deze diensten hier meegemaakt en dat was steeds formidabel. Vandaag word er tijdens de dienst gezongen door het jongenskoor van Cité des Jeunes. Zij zingen ritmisch, meerstemmig en vooral hard! Een genot om te horen maar mijn voorkeur gaat toch uit naar het gemengd koor van weleer. Direct na deze dienst lopen we naar Bakanja om daar (nog) een dienst met de straatkinderen mee te maken. Deze dienst is geheel in het Swahili. Voor ons dus onverstaanbaar maar de intentie is wel duidelijk. Deze mis wordt op hun niveau gebracht en zij worden sterk bij de dienst betrokken.
Namiddag rijden we met pater Manu en Pierre naar Jakaranda, een boerderij buiten de stad.
Pierre hebben we al op de luchthaven in België ontmoet. Hij komt “van Wevelgem” en heeft altijd een bloemenzaak gehad die nu door zijn zoons geleid word. Pierre is bijna 70 jaar en is hier voor een periode van 3 maanden. Hij gaat de jongens helpen bij de landbouw en het resultaat daarvan is op de velden van Magone reeds zichtbaar. Pierre is een vakman. Hij kent alle planten en bloemen en weet alles van planten en stekken.
Als we over de boerderij lopen zit hij al gauw op één golflengte met pater Michelle die de leiding hier heeft. Op deze boerderij zijn 35 kinderen intern en nog eens 50 kinderen uit de omgeving krijgen hier les in de landbouw.
Maandag 21 februari 2005
Het is overdag verschrikkelijk warm. De zon brand. Geen regen. Eerder heb ik al geschreven over de motor van de Hardo schuurmachine die door de brand getroffen is. Ze hebben deze vandaag op Magone uit elkaar gehaald en opnieuw gewikkeld. Ik heb het proces de gehele dag door gevolgd. Ik ben natuurlijk een leek op dit gebied maar als je ziet onder welke omstandigheden dit hier gebeurt dwingt dit toch respect af. Het hoogtepunt voor mij was het moment dat het motortje dat inmiddels opnieuw gewikkeld was op de barbecue ging. Het resultaat laat echter niet lang op zich wachten. Enkele uren daarna draait het motortje weer als een zonnetje en wordt opnieuw in de machine gemonteerd.
Annie is vandaag 'faire du shopping' ofwel winkelen in de stad. Je moet je daar niets bij voorstellen maar samen met Yvette, een sociaal assistente, is Annie even naar de stad om enkele 'panjes' (=bedrukte stoffen) te kopen. Ze wil er hier wat van laten maken. Als ze terug zijn zitten we even op het kantoor van Manu en overleggen Yvette en Annie wat er van gemaakt moet worden. Manu speelt nu als tolk en het gesprek gaat dan als volgt: Annie wil een eenvoudig bloesje, zoiets als Yvette nu draagt, iets langer maar dan zonder die gaten en op de rug niet zo laag uitgesneden. De broek mag wel zo zijn als die ze nu draagt maar dan de pijpen iets langer, de band wat lager en het liefst zonder zakken. Als er stof voldoende is wil ze wel twee wit/zwarte bloesjes en een zwart/witte broek maar als er niet voldoende stof is mag het ook wel twee zwart/witte bloesjes zijn met een wit/zwarte broek zijn of een wit/zwart bloesje en een zwart/wit bloesje met een zwart/witte broek Manu kan het al lang niet meer volgen.
Later in de middag lopen we samen met Yvette naar een lokale kleermaker om de maat te laten nemen. Over twee dagen zal het klaar zijn
Dinsdag 22 februari 2005
Nog steeds geen regen!
We hebben afgesproken met Raymond de Block om met een auto de omgeving wat te verkennen. Als eerste bezoeken we Maison Helène. Dit is een van de huizen die behoren tot de werken van Ouevres Mama Margarite.
Het is een woning op de rand van de stad waar kinderen in gezinsverband worden opgevangen. In tegenstelling tot de grote projecten als Magone, Bakanaja of Cité des Jeunes waar veel kinderen zijn ondergebracht is er hier rust. In totaal wonen hier 11 kinderen voornamelijk meisjes en enkele jongens (kleuters). De mama in het huis heet dus Helène en samen met een andere mama (in loondienst) runt zij dit huis. Overdag gaan deze kinderen naar school. Op dit moment hebben ze 3 van dit soort huizen.
Via een bezoek aan een van de andere boerderijen buiten de stad (Chem-Chem) komen we vroeg in de middag aan bij het huis van Raymond juist buiten de stad. Hij heeft hier een stuk grond gekocht en is daar nu in alle bescheidenheid een huisje aan het bouwen voor zijn vrouw Brigitte en 4 stiefkinderen. We zijn uitgenodigd om samen met zijn gezin een typisch Congolese maaltijd gebruiken.
Na deze gastvrije ontvangsten rijden we wat door. Raymond laat ons verschillende plekken zien die nog getuigen van betere tijden. Deze plekken stammen allen uit de koloniale tijd maar zijn door de jaren heen volkomen in verval. Wat we allemaal zien tijdens deze rondrit is niet te beschrijven, we zijn er erg van onder de indruk. Congo is een land met volop mogelijkheden maar door diverse omstandigheden glijdt het land steeds verder af. De kinderen zijn hier als eerste de dupe van. Voor hen hebben we nu verschillende vormen van hulpverlening gezien. Super wat de paters voor deze jeugd doen. Dit verdient alle lof maar het is slechts een druppel op een gloeiende plaat.
Woensdag 23 februari 2005
Eindelijk regen. Om 18.00 begint het te regenen en later gaat het daarbij ook onweren. Het is een forse regenbui en het onweer zie je niet alleen maar je voelt het ook. Toch is het nog niet van dien aard als ik verwacht had. Afgelopen zomer op de camping in Friesland was het (helaas voor ons) niet minder. Pater Manu had vanavond ook meer verwacht. Er valt hier (normaal) in 4 maanden 120 cm water. Ter vergelijk, in Nederland valt in een heel jaar 90 cm.
Vanmiddag zijn we 'en route' geweest met broeder Michelle. Toen we uit Hapert vertrokken kregen we van Riek en Roos van Asperdt het verzoek om namens hen twee bezoekjes af te leggen. Een op een opvanghuis van gehandicapten in de wijk Kinkalabwamba (in de volksmond 'Kinkaville') en een bezoek aan een tehuis met bejaarden in de wijk Kamalondo. Als je door omstandigheden geen familie meer hebt om op terug te vallen is er voor ouderen geen enkele sociale voorziening of opvang geregeld. In dit tehuis is er plaats voor 23 ouderen. Diverse instellingen, waaronder Cité des Jeunes, dragen hier aan bij. We hebben voor al deze oudjes een stuk zeep meegebracht.
NB Voor de kritische lezers onder u opgelet. Er zijn hier twee Michelle’s. Een is broeder Michelle van de tuinen op Cité des Jeunes, de andere is pater Michelle van de boerderij Jacaranda. Onze Pierre is al dagen op zoek naar mest voor in 'den hof'. Voor ons misschien raar dat zoiets waar we in Nederland te veel van hebben hier niet of nauwelijks voor handen is. Tijdens ons eerder bezoek aan de boerderij Jacaranda hebben we al een paar balletjes opgegooid bij pater Michelle maar hij wil daar geen afstand van doen. Uiteindelijk heeft hij daar ook verschillende hectares liggen die bemest moeten worden en hij kan dus dat kleine beetje mest dat geproduceerd wordt niet missen. Al enkele dagen grazen er op het buitenterrein van Cité des Jeunes een kudde runderen. Die komen uit de brouche en zijn sterk vermagerd maar door dat grazen zien ze er met de dag beter uit. In een eerder reisverslag heb ik al eens uitvoerig gesproken over recupereren, het Franse woord voor hergebruik. De Congolezen zijn hier erg sterk in. Elke vlaai die zo’n rund dropt wordt opgeraapt en uiteindelijk weer verkocht. Voor Pierre is er ook een vrachtwagen met mest geregeld en ook gebruikt hij zaagsel en krullen uit de werkplaats van Cité des Jeunes.
Donderdag 24 februari 2005
Vandaag is het weer ontzettend warm. De zon brand en zelfs de Congolezen hebben er last van. Voormiddag zijn we met broeder Michelle naar de stad gereden. Ik moet eigenlijk schrijven; “is broeder Michelle met ons naar de stad gereden”. Ik zit dus achter het stuur van een klein Jeepje en probeer tussen de gaten door de weg te vinden. We rijden naar “de zusters van de goddelijke meester”. Zij hebben verschillende huizen door heel Congo en verkopen hier in een winkeltje van allerlei zaken die door heel het land zijn opgekocht.
Wij zitten hier in de streek van de koper en de malachiet bewerking maar de mooiste kwaliteit houten beeldjes komt uit Kinshasa, de hoofdstad op zo’n 2000 kilometer van hier. We kopen bij deze zusters een aantal zaken en rekenen af. Heerlijk om zo te kunnen kopen. Op straat kopen we soms ook wel wat maar men vraagt natuurlijk te veel en er moet steeds over de prijs onderhandeld worden. En niet bij de zusters, alles heeft een vaste prijs. Het blijft natuurlijk wat winkelen met de diverse soorten valuta maar uiteindelijk reken ik het totale bedrag in dollars af. Toevallig neem ik het 'kassabonnetje' mee. Als rechtgeaarde Hollander wil je toch weten wat je per souvenir betaald hebt. Als ik later de zaken na ga rekenen kom ik er achter dat de zuster er zo’n $ 40,00 te veel heeft gerekend. Morgen toch nog even langsrijden.
Namiddag bezoeken we nog de jongens van de cordonnerie du Peuple. Samen met hen lopen we door een van de Cité’s. Daar zien we wat zo’n regenbui van gisteren voor gevolgen heeft. Geen enkele weg loop hier vlak en verandert tijdens een onweersbui in een kolkende rivier. Er is gisteren in een paar uur tijd zo’n 30 mm water gevallen. Alles spoelt mee. Op sommige punten blijft een hoop rommel hangen en op andere plaatsen spoelen complete stukken weg (weg). Er zijn gaten/gleuven bij van zo’n 80 centimeter diep. Deze zijn voor de kinderen bijzonder gevaarlijk. Als ze daar invallen gaan ze kopje onder en door de sterke stroming worden ze meegesleurd.
Morgen moeten we onze koffers al inleveren, dus vanavond gaan we al pakken. Morgen nog een dag om van iedereen afscheid te nemen.
Vrijdag 25 februari 2005
Voormiddag voor de laatste keer naar de schoenmakerij op Magone. Op ons verzoek gaan we wat later op de voormiddag met Yvette, de sociaal assistente van Magone naar haar huis. Zij is pas verhuisd naar een wijk dichter bij Cité des Jeunes. De oude wijk waarin ze woonde was niet veilig. Yvette is een gescheiden moeder met 7 kinderen. Geen eenvoudige taak en zeker niet in een land als Congo. Ze huurt een kamer in een huisje dat nog in aanbouw is. Er staan geen ramen en deuren in. De kamer die zij bewoond is zo’n 4 bij 2 meter en is in tweeën gedeeld. Een gedeelte fungeert als woonkamer en het andere als slaapkamer. Een bed en 8 personen! 3 personen slapen in het bed en de rest op de grond.
Namiddag brengen we samen met Raymond onze bagage naar de procuur in de stad. Zij zullen er zorg voor dragen dat onze koffers zaterdag met dezelfde vlucht als wij vertrekken. Natuurlijk gaan we ook nog verhaal halen bij de zusters. Geen probleem overigens.
Om de laatste dollars op te maken en er zeker van te zijn dat we voldoende souvenirs hebben rijdt Raymond met ons nog naar de markt in Ruashi. Hier zitten de bewerkers van de malachiet. Een koperhoudend erts dat hier in de streek veel voorkomt. Tijdens een eerder bezoek heeft Annie hier een mooie schaal gezien waar men $ 50,00 voor vroeg. We hebben toen tot $ 30,00 geboden maar zonder resultaat. Misschien vandaag? Een laatste kans? Helaas voor Annie is de vraagprijs gestegen naar $ 100,00. Ook kopen we hier nog een cadeautje voor “onze Pierre”. Hij is vandaag jarig en wordt 70 jaar.
’s Avonds staan er boeketten op tafel die Pierre in elkaar heeft gestoken. Er is feestelijk gedekt en Rachelle, de kokkin, heeft erg haar best gedaan. Allereerst vieren we de verjaardag van Pierre. Er worden wat toespraakjes gehouden en wij blijven niet achter. Ik heb een klein afscheid geschreven voor Pierre. Wij bewonderen vooral zijn vitaliteit en zijn inzet voor de kinderen van Magone, maar ook zijn wij er van overtuigd dat hij blij moet zijn met ons vertrek. Ik heb hem namelijk in de afgelopen twee weken nogal eens nagelopen met mijn fototoestel en daar had Pierre een gruwelijke hekel aan. Hij staat niet graag in de publiciteit. Toch ben ik er van overtuigd dat zijn familie in België er wel blij mee is. Uiteindelijk blijft Pierre nog zo’n 10 weken weg en de communicatie met het thuisfront blijft beperkt.
Daarna ons onvermijdelijke afscheid. Annie krijgt van pater Manu een mooi cadeau. Een typisch Afrikaans massief koperen kopje en samen krijgen we een mooie plaquette met daarop 'Aksanti Rien en Annie'
Resumé
Toen ik hier naar toe vertrok had ik het idee dat het misschien wel eens de laatste keer zou zijn. De berichten die we ontvingen waren positief. De machines voldoen goed en er zijn voldoende materialen. Het bezoek had nu een iets ander karakter. Ik was zeer benieuwd hoe alles er nu uit zag en wilde Annie graag laten zien waar wij al die jaren mee bezig waren. Als een rode draad loopt het 'schoenmakerij voor Congo' verhaal door onze dagelijkse werkzaamheden heen.
Toch heb ik nu gezien dat onze inzet onmisbaar blijft. Misschien niet zo zeer gericht op materiele zaken maar meer een algemene steun aan het totale straatkinderen probleem in Lubumbashi. De vraag die de paters nu het meeste bezig houdt is de vraag wie dit werk voort gaan zetten als zij er niet meer zijn. Jarenlang zijn de totale projecten geleid door (blanke) paters echter nieuwe roepingen blijven uit en de gemiddelde leeftijd ligt nu toch boven de 70 jaar. Gelukkig zijn pater Manu en pater Eric, met een goeie 50 jaar, hierop nog een uitzondering. De oplossing ligt volgens pater Manu in de zelfredzaamheid van de lokale bevolking. Daarom richten de werken van Ouevres Mama Margarite zich nu vooral in het opzetten van projecten die gedragen worden door de Congolezen zelf.
La Providence en met name Maison Helène zijn hier voorbeelden van. Een Congolese Mama die met steun van Ouevres Mama Margarite een kleinschalige opvang voor straatkinderen realiseert die in familiare omstandigheden kunnen opgroeien.
Dank voor uw belangstelling en uw steun.
Rien en Annie van der Vleuten